Onafhankelijke journalistiek in Syrië is bijna onmogelijk
21 november 2024
door Kamiran Sadoun en
Het verhaal van de Syrische journalist Kamiran Sadoun is een voorbeeld van de immense risico’s waarmee journalisten in Syrië worden geconfronteerd. Sadoun belandde tweemaal in de gevangenis en werd gedwongen zijn land te ontvluchten.
Volgens Reporters Without Borders staat Syrië op de 179e plaats van 180 landen op de World Press Freedom Index. Dit benadrukt de extreme gevaren voor journalisten in het land, waar ik zelf ook mee te maken kreeg. Sinds het begin van de oorlog zijn er 717 journalisten en andere mediaprofessionals gedood, waaronder 53 door marteling, volgens de gegevens van ngo Syrian Network for Human Rights (SNHR).
In het Syrië van vóór de burgeroorlog werd de media volledig gecontroleerd door de Ba’ath-partij en was er nauwelijks ruimte voor onafhankelijke journalistiek. Journalistiek studeren was voorbehouden aan staatsloyalisten, en Koerdische studenten werden uitgesloten van deze opleiding.
Met het uitbreken van de burgeroorlog in 2011 nam de repressie verder toe. Internationale en onafhankelijke media werden uit Syrië geweerd, terwijl het medialandschap uiteenviel in drie controlegebieden: door Rusland gesteunde regeringstroepen, de door de VS gesteunde Koerdische autonome regio en door Turkije gesteunde oppositiegebieden.
In door de overheid gecontroleerde gebieden functioneert de pers als spreekbuis voor het regime. Onafhankelijke journalistiek is er bijna onmogelijk. Media die beweren onafhankelijk te zijn, worden vaak gefinancierd door aanhangers van het regime. De mediawet van 2021 versterkte de overheidscontrole, waardoor journalisten het risico lopen vervolgd te worden op basis van vage aanklachten, zoals het verspreiden van nepnieuws.
Daarnaast zijn er de oppositiegebieden. Die worden sterk beïnvloed door Turkije, en de meeste media opereren vanuit dit buurland. Ook hier lopen journalisten gevaar. Verschillende groeperingen uiten bedreigingen, waaronder islamitische groeperingen die aan Turkije gelieerd zijn.
De situatie in de Koerdische autonome regio, bekend als Rojava, is iets beter. Hier zijn enkele onafhankelijke mediakanalen ontstaan, zoals Arta FM-radio en de krant Buyer. Rojava is ook de toegankelijkste regio voor internationale journalisten, hoewel ook hier risico’s bestaan, zoals intimidatie en arrestaties. Zelf werd ik daar ook twee keer mee geconfronteerd. Koerdische troepen arresteerden me voor het eerst in februari 2021, en opnieuw in juni van datzelfde jaar. Beide keren werkte ik voor De Volkskrant.
In februari deden we verslag van de dialoog tussen de twee grootste Koerdische partijen. De autoriteiten waren daar niet blij mee, vooral niet toen we politici interviewden over interpolitieke kwesties. De tweede keer werkte ik aan een artikel over milieuschade door provisorische olieraffinaderijen in de regio, een zeer gevoelig en verboden onderwerp in de Syrisch-Koerdische gebieden.
De laatste keer zat ik zes maanden vast, onder zeer zware omstandigheden. Ik zag dit als een boodschap om te vertrekken, en vroeg in 2022 asiel aan in Nederland. Vanuit hier monitor en documenteer ik nu schendingen tegen journalisten in Syrië voor een Koerdische vakbond. Want ondanks de onderdrukking blijven Syrische journalisten vastberaden om de waarheid naar buiten te brengen.
Dit artikel verscheen eerder in 360 Magazine. Het kwam tot stand in samenwerking met Free Press Unlimited.
Foto via Kamiran Sadoun