Wat wil Erdogan?

11 november 2019

door Bahman Azarmidkht en

Wat wil Erdogan?

Turkse soldaten op patrouille in Syrië (Manbij), 2018. Foto: Türk Silahlı Kuvvetleri (VOA)

De gevolgen van het Turkse offensief tegen de Koerden in Noordoost-Syrië voor het Koerdische vraagstuk en de toekomst van Syrië. Een analyse door Bahman Azarmidkht.

Door bemiddeling van de Verenigde Staten is een staakt-het-vuren overeengekomen tussen de Syrian Democratic Forces (SDF) en Turkije. Dit moet een halt toeroepen aan de Turkse invasie van Noordoost-Syrië. Toch gaan de luchtaanvallen en de bombardementen door Turkse troepen en aan de Turken gelieerde Syrische rebellengroepen onverminderd door. Een deel van deze aanvallen is gericht tegen burgers, scholen, ziekenhuizen en waterzuiveringsinstallaties. 
Volgens cijfers van de in Londen gevestigde Syrian Observatory for Human Rights zijn sinds de start van het offensief 300.000 burgers verdreven uit hun woongebied. In de eerste twaalf dagen van de aanval vielen 235 burgerslachtoffers (waaronder 22 kinderen) en raakten 677 burgers gewond door aanvallen vanuit de lucht en op de grond. Door de niet aflatende aanvallen blijven deze getallen stijgen.

Chemische wapens

Er bestaan sterke vermoedens dat het Turkse leger chemische wapens heeft ingezet tegen burgers. Dat zou blijken uit foto- en videomateriaal van meerdere burgerslachtoffers die in de grensstad Raas al-Ayn na een Turkse luchtaanval brandwonden vertonen die veroorzaakt lijken door het zeer brandbare witte fosfor. Voor hulpverleners van het Internationale Rode Kruis is het te risicovol om gewonden en doden op te halen uit de getroffen gebieden, omdat zij ook doelwit kunnen worden van Turkse luchtaanvallen.

Het motief van Erdogan

De bevolking van Noordoost-Syrië ervaart een door Turkse autoriteiten en Syrische rebellengroepen in het leven geroepen en gecontroleerde ‘veilige zone’ als levensbedreigend. Zij zijn niet bereid om vrijwillig in een dergelijk gebied te wonen. Het is dan ook de vraag waarom Turkije de Koerden in Syrië aanvalt. Wil Erdogan, zoals hij claimt, terroristen uitschakelen en een veilige zone creëren, of wil hij een eind maken aan het Koerdische zelfbestuur in het noorden en oosten van Syrië?
Als Turkije, zoals het beweert, de bastions van de ‘terroristische’ PKK wil treffen, dan moet het niet in het noordoosten van Syrië zijn, maar in de Qandil bergketen. Ook het argument dat Turkije het eigen grensgebied wil beschermen tegen terrorisme is niet overtuigend; dit gebied is juist relatief veilig en rustig sinds de Koerden in Noordoost-Syrië een vorm van zelfbestuur hebben en de internationale coalitie bijstaan in de strijd tegen de terroristen van IS.
Erdogan stelt ook dat hij een veilige zone wil creëren in Syrië waar gevluchte Syriërs die nu in Turkije verblijven naar kunnen terugkeren. Maar dit was al het geval. De door Koerden bestuurde regio in Noordoost-Syrië wordt gekenmerkt door tolerantie voor alle religieuze en etnische groepen, waaronder Arabieren en Syrische christenen. Turkije beweert dat 3 miljoen Syrische vluchtelingen kunnen terugkeren naar de ‘veilige zone’. Maar tegelijkertijd zijn in dit gebied in de eerste 13 dagen van de Turkse acties meer dan 300.000 mensen op drift geraakt.
Als we ook de geschiedenis van Turkije met de Koerden in ogenschouw nemen, dan moeten we concluderen dat Erdogan een heel ander motief heeft: het verdrijven van de Koerden uit Noordoost-Syrië en het vernietigen van het Koerdische zelfbestuur. Koerdische autonomie, in wat voor vorm dan ook, is voor Erdogan niet acceptabel. Zelfs als Koerden een tentje zouden opzetten in Latijns-Amerika of Afrika, zou dat nog gebombardeerd worden. Turkije verzocht een Japanse universiteit zelfs om te stoppen met het aanbieden van de studie Koerdisch.

Rojava

Turkije, met het op-één-na grootste leger van de NAVO, viel met enorme personele en militaire overmacht de door Koerden gesteunde SDF aan. Daarbij werd volgens verschillende waarnemers het humanitair oorlogsrecht geschonden, doordat hulporganisaties de toegang tot het gebied werd ontzegd. Onder meer Amnesty International beschuldigde Turkije van het begaan van oorlogsmisdaden.
Maar de Koerden zijn niet eenvoudig te verslaan. Sinds 2010 is Syrië het toneel van burgeroorlog en onrust, het epicentrum van een conflict tussen verschillende supermachten. De enige regio van Syrië waar de bevolking zich met succes verdedigde tegen extremistische groepen als Jabhat al-Nusra en IS, en dat geen deel werd van de burgeroorlog, is het Koerdische noorden en oosten. In dit gebied, ook bekend als Rojava, slaagden de Koerden erin om in drie ‘kantons’ een vorm van zelfbestuur te vestigen. Rojava bood ook bescherming aan mensen uit andere Syrische regio’s waar de oorlog nog volop woedde. Bij de strijd van SDF (samengesteld uit Koerden, Arabieren, Syrische christenen en religieuze en etnische groepen [de Koerdische militie YPG vormt het een belangrijkste onderdeel, red.]) tegen IS kwamen 11.000 SDF-strijders om het leven.

Verraden door de VS

Turkije is niet de eerste staat die een grootschalig offensief inzet tegen de Koerden. Ook is het niet de eerste keer dat de Verenigde Staten de Koerden verraden, eerder deden ze dit al in Irak. Nadat op 25 september 2017 een meerderheid van de bevolking van de Koerdische Autonome Regio in een referendum voor onafhankelijkheid stemde, vielen Iraakse troepen en de mede door Iran gesteunde militie al-Hashid al-Sha’bi op 16 oktober van dat jaar in Kirkuk en andere betwiste gebieden de Koerdische troepen aan. De VS liet dit gebeuren.

De toekomst

Zoals de Koerden in Irak erin slaagden om de militaire en politieke druk te weerstaan, zullen ze ook de Turkse aanval in Syrië uiteindelijk te boven komen, al ziet de SDF zich nu genoodzaakt om concessies te doen aan het regime in Damascus.
De crisis in Syrische zal nog zeker enkele jaren duren. Er moet een nieuwe grondwet komen waar alle partijen in het land zich achter kunnen scharen. Als dat gebeurt, is het lot van het regime van Assad bezegeld. Ik voorspel dat ook de Turkse troepen van Erdogan als verliezers het veld zullen ruimen. Ondanks grote militaire overmacht zullen zij er niet in slagen om de Koerden op de knieën te dwingen. 
Daarmee is niet gezegd dat een einde komt aan de aanvallen op Koerden. Het lijkt het lot van de Koerden als statenloos volk. Wat blijft, is de herinnering aan Rojava. Het is een voorbeeld van hoe de toekomst van Syrië er ook uit kan zien: een land waar verschillende etnische en religieuze groepen vreedzaam samenleven onder één vlag. 
Vertaling: Rob Hartgers

Beeld: Türk Silahlı Kuvvetleri (VOA)

[/ap_tog
 

Waardeer dit artikel

Dit artikel lees je gratis. Vind je het artikel en onze inzet de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten blijken door een bijdrage. Zo help je onze journalisten en RFG Media.

Mijn gekozen bedrag: € -

Over de auteur

Over de auteur

Bahman Azarmidkht

Bahman Azarmidkht (1989) is een Iraans-Koerdische activist en journalist. Hij spreekt en schrijft Farsi, Koerdisch, Arabisch en Engels. Tot 2017, het jaar waarin hij vanwege ernstige bedreigingen met zijn familie naar Europa vluchtte, werkte hij in de Iraakse hoofdstad Bagdad voor Rudaw Media Network (krant, radio en televisie). Azarmidht is lid van de Komala party of Iranian Kurdistan.

Naar profielpagina