Twaalf miljoen doden en plundering in DRC

9 december 2019

door Oscar Delo en

Congo is als een mooie vrouw die door iedereen begeerd wordt. Alle middelen worden ingezet om  haar te verleiden. 

De Democratische Republiek Congo (voormalig Zaïre) werd op 30 juni 1960 onafhankelijk verklaard, maar tot op heden weten de Congolezen niet hoe ze moeten opkomen voor hun rechten en kennen ze hun plichten niet. Ze weten niet meer tot wie ze zich moeten wenden. 

De malafide leiders van het land zetten hun persoonlijke belangen voorop, ten koste van het volk. Ze verpatsen het land door de hielen te likken van Europese, Amerikaanse, Afrikaanse en Aziatische multinationals. Deze ondernemingen ontwrichten het land door haar op te delen in kleine staatjes waar ze straffeloos Congo’s rijkdommen kunnen exploiteren. 

Het conflict in Congo is al gaande sinds 1996. Tussen 1994 en 2003 was er in het land wat bekendstaat als Afrika’s eerste wereldoorlog gaande, daarna viel het tot op de dag van vandaag ten prooi aan tientallen gewapende groepen. Volgens een rapport van de VN uit 2013 over de rol van Rwanda in het land, zijn er zes miljoen doden gevallen. Maar volgens de Congolese diaspora heeft de oorlog inmiddels al twaalf miljoen levens geëist. Elke dag vallen er nieuwe doden. 

Het complex aan oorzaken van deze oorlog zijn als een meerkoppige slang. Ze liggen bij de gewapende groepen, die met steun van westerse multinationals en buurlanden Rwanda, Burundi en Oeganda de grondstoffen van Congo plunderen. Maar ook bij Rwandese vluchtelingen die bekend staan onder de naam Banyarwandas en met een valse identiteit de Congolese nationaliteit opeisen. Onder hen bevinden zich militia die de wapens op hebben genomen. 

Congo is net een mooie vrouw waar de hele wereld mee wil trouwen. Alle middelen, inclusief geweld, worden ingezet om haar te verleiden. De Congolezen helpen mee, machteloos als ze zijn, aan de verwoesting, de plundering van mineralen, hout en olie. Ze hebben geen keus. 

Er gaat geen dag voorbij dat we niet horen van weer een rooftocht naar grondstoffen door offshore bedrijven die zich illegaal in Congo hebben gevestigd. De meesten hebben de zegen van de lokale machthebbers. Ze hebben contracten weten los te krijgen in ruil voor voordeeltjes en bescherming. Het verdiende geld gaat niet naar de opbouw van het land maar rechtstreeks naar de zakken van de kopstukken van de macht. 

Neem de Gécamines, de mijn die de longen was van de Congolese economie. Die is inmiddels in stukjes verkruimeld, toegeëigend door de roofvogels uit het westen. In andere mijnen zijn allerlei kleine belangengroepen actief uit alle hoeken van de wereld, van Chinezen, Indiërs, Israëliërs tot West Afrikanen en Europeanen. Ze zijn niet in het bezit van de juiste papieren en vergunningen. Anderen proberen met omkoping toegang te krijgen tot de mijnen en doen zich voor als aannemer of investeerder. Vanaf het moment dat ze hun papieren hebben gekregen, komen ze illegaal de grens over en storten ze zich op de grondstoffen onder bescherming van hun trawanten aan de macht.

In de grensstad Kasumbalesa, in de provincie Katanga, worden douaniers die vrachten onderscheppen snel gebeld door de leiders van Lubumbashi, de hoofdstad van de provincie. Of meteen vanuit de Congolese hoofdstad Kinshasa. Ze worden gemaand – onder dreiging – deze goederen vrij te geven. 

Ook in Noord en Zuid-Kivu, in het oosten van het land aan de grens van Rwanda en Burundi, ondervindt de ontginning geen hinder. In de gehele oostelijke streek hebben rebellenbewegingen onder de beschermende vleugels van Rwanda de vrije hand. Goederen vinden zonder problemen vrije doorgang.  

Gedurende het regime van de voormalige president Kabila wist Rwanda – het buurland dat mineralen noch goud heeft – miljoenen dollars te verdienen met de winning van goud, coltan en andere mineralen in Congo. Oeganda verdiende miljoenen dollars met goud dat voor 90 procent uit de Congolese provincie Ituri kwam. 

Tot de dag van vandaag zijn de daders van deze misdaden niet opgepakt. Ze kunnen hun vrije gang gaan. Monusco, en zijn voorganger Monuc, de VN-vredesmachten die er al sinds 1999 aanwezig zijn, zijn niet in staat geweest het geweld te stoppen. 

Moet Congo overgeleverd blijven aan de multinationals? De internationale gemeenschap moet ingrijpen. 

 

 

 

Waardeer dit artikel

Dit artikel lees je gratis. Vind je het artikel en onze inzet de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten blijken door een bijdrage. Zo help je onze journalisten en RFG Media.

Mijn gekozen bedrag: € -

Over de auteur

Over de auteur

Oscar Delo

Oscar Delo is afkomstig uit Democratische Republiek Congo (DRC). Hij studeerde psychologie aan de universiteit van Kinshasa en werkte in DRC als politiek journalist. Hij woont sinds 2010 in Nederland.

Naar profielpagina