Syrische president Assad ernstig onder druk door valutacrisis
21 juni 2020
De Syrische president Bashar al-Assad staat onder grote druk door een economische crisis en de snel toenemende armoede in het land. Door de vrije val van de Syrische lira, laaien er al anderhalve week demonstraties op in de zuidelijke stad Sweida, de eerste protesten in regeringsgebied in lange tijd.
Assad lijkt door het economisch verval nu ook de steun van zijn eigen achterban te verliezen. In een poging zijn gezag publiekelijk te herstellen, ontsloeg Assad op 11 juni premier Imad Khamis, die was aangesteld in 2016. Hij wordt opgevolgd door minister van watervoorraden Hussein Arnous. Het is een symbolische reactie van Assad op de honderden betogers in de zuidwestelijke stad Sweida, die opmarcheerden naar het gemeentehuis om te protesteren tegen het economische beleid.
Protesten in Sweida en Latakia
Het is voor het eerst dat inwoners van deze stad, in zulke grote getalen, openlijk het aftreden van Assad eisen. Ze stellen de president verantwoordelijk voor de economische catastrofe en hebben de hoop op betere leefomstandigheden verloren. De Druzen, die met drie procent een religieuze minderheid vormen in Syrië, houden zich doorgaans rustig. Eerder ontstonden er wel eens kleinschalige opstanden door activisten, maar de meerderheid kiest vanwege de kwetsbare positie liever voor onpartijdigheid. Maar sinds vorige week vinden er elke dag protesten plaats in Sweida, waarbij er anti-regeringsleuzen worden gescandeerd uit de begintijd van de Syrische revolutie in 2011. De menigte zingt en klapt: ‘Revolutie, vrijheid en rechtvaardigheid’, gevolgd door de zin ‘weg met Bashar, Syrië is vrij’. Een enkeling draagt daarbij een mondkapje vanwege de coronacrisis. Ook in Latakia, een bolwerk van Assad, vinden protesten plaats.
De inflatie grijpt snel om zich heen in Syrië. Negen jaar geleden was de koers van de lira nog redelijk stabiel: zo’n 50 Syrische lira voor 1 euro. Vorige week zakte de wisselkoers op straat naar 3000 lira. Ondertussen probeert het regime de lira kunstmatig stabiel te houden door de wisselkoers vast te zetten op 580. Desondanks rijzen de prijzen de pan uit en voldoet een maandinkomen allang niet meer aan de basisbehoeften. Producten als vlees en babymelk zijn niet meer vanzelfsprekend. Ondernemers sluiten massaal hun winkels, want van verkoop is geen sprake meer. Medicatie is schaars.
Volk heeft honger
“We zijn in een nieuwe fase van armoede beland: mensen zoeken naar eten in vuilnisbakken. De bevolking stikt en tolereert het niet meer”, zegt de 35-jarige Lena een lokale journalist die zich bij de demonstraties in Sweida aansloot en verder anoniem wil blijven. “Dit is het resultaat van bijna tien jaar oorlog en de regering kan dit probleem op geen enkele manier oplossen. Alle hoop is vervlogen en de mensen hebben niets meer te verliezen.” Meer dan tachtig procent van de Syrische bevolking leeft onder de armoedegrens, wijzen recente cijfers van de Verenigde Naties.
De demonstranten in Sweida eisen ook het vertrek van Rusland en Iran, bondgenoten van Assad. Inwoners uit oppositiegebieden in het land, zoals de noordwestelijke stad Idlib en het zuidwestelijke Daraa, betuigden de afgelopen week hun steun via kleinschalige bijeenkomsten en via sociale media.
Of de protesten in Sweida tot verandering zullen leiden, moet nog blijken. De demonstranten verwachten niet dat Syrië snel uit het economische dal komt, maar de Druzen willen vooral hun onvrede publiekelijk uiten. Een van de protestleiders is opgepakt. Vorige week spoorden lokale autoriteiten in Sweida ambtenaren en studenten aan om deel te nemen aan een georganiseerde pro-Assad demonstratie, met de boodschap: ‘wie niet aanwezig is, zal consequenties ervaren.’ De regering is nog steeds in staat om mensen te ontslaan en van school te trappen, laat Lena weten. “Zelfs in tijden van economische misère.”
Syrië werd het laatste decennium zwaar getroffen door de burgeroorlog en het vertrek van miljoenen inwoners, maar de laatste tijd ging de economie zo snel achteruit dat er half mei een machtsstrijd oplaaide tussen Bashar al-Assad en zijn neef Rami Makhlouf, de belangrijkste financier van het land.
Caesar Wet
Daarnaast speelt zich momenteel een grote bankencrisis af in buurland Libanon, waar veel Syrische zakenlieden hun bankrekening beheren. Ook vrezen veel Syriërs voor de zogenaamde ‘Caesar Wet’ die sinds woensdag in werking trad: een economische sanctie van de Verenigde Staten om het Syrische regime, en bondgenoten Rusland en Iran, te straffen voor hun oorlogsmisdaden, maar die vooral Syrische burgers raakt.
Assad noemt het de nieuwe sancties van de VS ‘economisch terrorisme’. Caesar is vernoemd naar het pseudoniem van een fotograaf die meer dan vijftigduizend foto’s uit Syrië smokkelde en martelingen in Syrische gevangenissen zichtbaar maakte.