Racisme bestaat niet in Turkije, want iedereen is Turks
3 september 2020
door Mehmet Sezgin en
Op 31 mei werd in Ankara de 20-jarige Koerdische Turk Barış Çakan doodgestoken door een groepje Turkse ultra-nationalisten. Het slachtoffer zou naar Koerdische muziek geluisterd hebben of, in een andere versie van de gebeurtenissen, de mannen gevraagd hebben om hun eigen muziek zachter te zetten.
De moord leidt tot ophef in Turkije. Volgens Koerden is het de zoveelste racistische aanslag. De Turkse minister van Binnenlandse zaken noemt deze bewering een ‘provocatie’. Ondertussen wordt in Turks-nationalistische kringen de spot gedreven met de dood van Çakan. In het hedendaagse Turkije is het mogelijk dat een docent op Twitter laat weten overmand te zijn door verdriet over de dood van George Floyd, maar even later de spot drijft met de moord op een onschuldige Koerdische man. Ik heb me lang afgevraagd hoe dit mogelijk is.
Hoe kunnen Turken huilen om Palestijnse of zwarte slachtoffers van geweld en racisme, maar applaudisseren als hun landgenoten, zelfs hun eigen leger en politie, Koerden vermoorden? Het problematische antwoord is dat veel Turken hierin geen enkele tegenstelling zien. Racisme is een probleem in andere landen. Als het over racisme gaat, dan gaat het nooit over hen, denken ze.
Op Twitter vergelijken activisten Barış Çakan met George Floyd
Fascisme
Mijn persoonlijke mening is dat de Turkse maatschappij over het algemeen bestaat uit goede mensen. Zoals overal, zijn er progressieven en conservatieven. Het probleem is echter dat zowel progressieven als conservatieven zijn opgegroeid in een maatschappij die gevormd is door een extreem-rechtse variant van het modernisme, namelijk het fascisme.
Deze duistere kant van het modernisme staat op gespannen voet met mensenrechten, humanisme en vrijheid. Veel Turken wantrouwen deze basale verworvenheden; ze beschouwen ze als on-Turks en menen dat ze de vooruitgang van het land belemmeren. Een echte Turk is sterk, mannelijk, nobel en superieur aan andere etniciteiten. Bovendien zijn volgens de Turkse grondwet alle mensen die in Turkije wonen Turks. Diversiteit bestaat niet.
Mensenrechten en humanisme worden in Turkije dan ook niet onderwezen. Hoger opgeleiden denken veel na over de Turkse identiteit en over wat het betekent om moslim te zijn, terwijl ze ze zich beter druk zouden kunnen maken over de vraag wat een goede samenleving is.
Goedbedoelend
Toen ik nog in het AZC woonde, vroeg ik eens aan een bevriende Turkse medebewoner waarom hij mij tegenover anderen nooit introduceerde als ‘mijn Koerdische vriend’. De man antwoordde bedachtzaam: “Als ik jou Koerdisch noem, voelt het alsof ik je discrimineer, beledig en buitensluit.” In zijn denken was het erkennen van mijn Koerdische identiteit dus onbehoorlijk. Terwijl het tegendeel waar is. Ik heb deze reflex opgemerkt bij meer goedbedoelende Turkse vrienden.
Vijandigheid
Een paar jaar geleden sprak ik met twee Turkse vrouwen. Eén van hen zei: “Vroeger wisten we in Turkije niet of iemand Turks was, Koerdisch of Aleviet. We dachten er zelfs niet over na. Alle problemen vandaag de dag rondom minderheden zijn veroorzaakt door de PKK.” Ik antwoordde: “Vroeger hadden we het er niet over omdat het verboden was om iets anders te zijn dan een Turk. Als iemand alleen maar insinueerde dat hij geen Turk was, dan moest hij wel gek zijn of suïcidaal.”
De vrouw hield vol dat zij nooit op deze manier dacht, maar feit is dat de meeste Turken, ook zij die in Europa wonen, er zo over denken. Iedereen die durft af te wijken van de Turkse norm en zijn basisrechten opeist als minderheid, kan rekenen op verschrikkelijke vijandigheid.
Geen diversiteit
Mijn laatste voorbeeld is dat van de Iraakse vluchteling Kusay. Ik leerde hem kennen in het vluchtelingendetentiecentrum bij Schiphol. We spraken regelmatig over Turkije. Voor zijn komst naar Nederland had Kusay vier jaar als banketbakker gewerkt in Adana, in het zuiden van Turkije. In Adana noemde iedereen hem Hüseyin. Als hij bezwaar maakte en zei dat zijn naam Kusay was, dan zeiden ze: “Kom op, jouw naam is Hüseyin. Wat is het verschil, mijn dierbare broer?” Dit is precies wat racisme is: het niet willen erkennen van onderlinge verschillen en niet willen toegeven dat diversiteit mogelijk is.
Hatelijke taal
Dit is ingebakken in het Turkse onderwijs, het is de reden waarom je racisme tegenkomst in alle lagen van de Turkse bevolking, ook onder de hoger opgeleide middenklasse. Men claimt niet te discrimineren (want we zien geen verschillen, ‘iedereen is Turks’), maar juist het niet willen erkennen van diversiteit is discriminerend. Vandaar dat zelfs kunstenaars en academici beweren niet racistisch te zijn, ondanks de hatelijke taal die ze gebruiken over Koerden. Terwijl zelfs een democratisch land als Nederland toegeeft dat er problemen zijn met racisme, blijft Turkije volhouden dat racisme binnen de eigen grenzen niet bestaat.
Foto: Anıtkabir, het mausoleum van Kemal Atatürk in Ankara. Fotograaf: David Stanley (CC BY 2.0)
Over de auteur
Over de auteur
Mehmet Sezgin
Mehmet Sezgin (1981, Agri, Turkije) is politiek activist en journalist. In Turkije schrijf hij voor linkse (Koerdische) kranten en tijdschriften over politiek en filosofie. Ook was hij hoofdredacteur van het filosofiemagazine Democratisch Modernisme. Mehmet woont sinds 2017 in Nederland en levert regelmatig een bijdrage aan RFG Magazine.