Oproep aan de koning
29 januari 2019
door Firoozeh Farjadnia en
De woorden dansen voor mijn ogen. Ik moet ze wegen, ruiken, voelen. Al schrijvende heb ik de tijd. Ik laat de woorden net zo lang voor mij dansen totdat ze in het gelid springen. In gesprekken gaat het weleens mis. Dan floepen er woorden uit mijn mond die ik helemaal niet wil gebruiken. En gezegd is gezegd. De woorden zijn op de wereld gezet, ‘sorry’ zeggen verandert daar niets aan.
Ik dacht dat dit verschijnsel alleen voor kwam bij mensen als ik, die proberen zich in een andere taal dan hun moedertaal moeten uiten. Maar ik zie het tegenwoordig ook gebeuren bij politici, woordvoerders en presentatoren — mensen waarvan je niet verwacht dat ze een taalbarrière hebben. Zo iemand als Martine Goeman, jurist bij kinderrechtenorganisatie Defence for Children. Op basis van cijfers van het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA) schreef De Volkskrant: ‘Meer asielzoekers verdwijnen uit de opvang om uitzetting te voorkomen.’ De krant citeert ook Goeman: ‘De angst voor detentie en uitzetting is zo groot dat gezinnen illegaliteit verkiezen boven terugkeer naar het land van herkomst, waar ze geen perspectief hebben’.
Mijn blik blijft haken aan het woord ‘verkiezen’. Waarom gebruikt Goeman dit woord? Is het een taalbarrière? Gebruikt ze die term bewust? Of kwam hij in haar hoofd omdat er hier in Nederland nu eenmaal heel wat te kiezen valt. Nederlanders kiezen voortdurend: vanaf het moment dat ze ’s ochtends hun ogen opendoen, tot laat in de avond, staan ze voor keuzes. In bed blijven liggen of opstaan, naar het werk gaan of thuisblijven, in of uit het huwelijksbootje stappen, wel of niet veranderen van zorgverzekering, bij de Europese Unie blijven of niet, wel of niet stemmen….er valt veel te kiezen. Misschien dat sommigen daardoor vergeten dat er situaties zijn waarvoor je niet kiest, maar waardoor je getroffen wordt.
Martine Goeman, ook druk met alle keuzes in de wereld om haar heen, is vergeten dat men soms ook in Nederland gedwongen wordt om iets te doen. Bijvoorbeeld de illegaliteit in te gaan. Niemand kiest hiervoor, net zomin dat we er niet voor kiezen om ziek te worden of door een zwaar ongeluk getroffen te worden.
Ik zou tegen Martine Goeman willen zeggen: kies je woorden nauwkeurig, al is het alleen om mij. Om mij en alle anderen die uit landen komen waar weinig te kiezen valt, mensen die voor eerst in hun leven het woord ‘kiezen’ horen. Mensen als ik en Albert, die elke ochtend naast mij in de bibliotheek zit. Hij koos er twintig jaar geleden, toen hij nog maar 15 jaar was, niet voor om de rest van zijn leven op straat te wonen, omdat hij niet terug kan naar zijn geboorteland.
Kies je woorden nauwkeurig. Voor mij, voor Albert, voor iedereen die niet binnen, maar ook niet buiten de grenzen van Nederland valt. Voor hen die uit de opvang verdwijnen, maar nooit helemaal onzichtbaar zullen worden. Buiten de opvang belanden asielzoekers in een zwart gat — een gat waar de meeste Nederlanders niks over willen horen. Ook dat is een keuze. En hoe meer mensen die keuze maken, hoe donkerder het gat waarin illegalen belanden.
Toch blijf ik hoopvol, juist omdat er in Nederland veel te kiezen valt. Bijvoorbeeld door koning Willem-Alexander. Ieder jaar zet hij de schijnwerper op een groep uit de samenleving, door vertegenwoordigers van die groep uit te nodigen voor de koninklijke nieuwjaarsreceptie. Voor dit jaar is het te laat, maar wie weet valt het licht volgend jaar op het zwarte gat van de samenleving en worden de uit het zicht verdwijnende asielzoekers naar het paleis uitgenodigd voor een borreltje met Maxima en Willem-Alexander.
Over de auteur
Over de auteur
Firoozeh Farjadnia
Firoozeh Farjadnia groeide op in Kermanshah, een plaats in het Koerdische deel van Iran. In 1995 vluchtte ze op 25-jarige leeftijd naar Nederland, waar ze een opleiding Bouwkunde volgde.
Firoozeh schrijft romans, korte verhalen en columns. In 2014 debuteerde ze met de roman Postvogel (uitgeverij Jurgen Maas). In mei 2017 verscheen haar tweede roman in het Farsi.
Ze werkt momenteel aan een korte verhalenbundel en aan haar derde roman.