Op de vlucht voor slavernij

20 september 2018

door Tanja te Beek en

Op de vlucht voor slavernij

Mijn vlucht uit Eritrea door Joskaas Worst

De 27-jarige Dawit Amanuel Goitom schreef een boek over zijn vlucht van Eritrea naar Nederland, waar hij sinds 2014 woont. Het leest niet altijd lekker weg maar nuanceert overtuigend het eenzijdige beeld van ‘profiteurs’ en ‘gelukszoekers’. Ook geeft het inzicht in de moeizame opbouw van een nieuw leven hier.

Mijn vlucht uit Eritrea telt slechts 70 bladzijden waarin Goitom, die bij het schrijven hulp kreeg van twee Nederlandse vrijwilligers, zijn persoonlijke verhaal afwisselt met informatie over Eritrea. Het taalgebruik is formeel en afstandelijk, wat niet past bij de inhoud. Goitom vertelt bijvoorbeeld dat een vriend hem belt om te waarschuwen dat de politie zijn kamer heeft doorzocht en al zijn spullen heeft meegenomen. Goitom begrijpt dat hij het land uit moet, zonder afscheid te kunnen nemen. Hij schrijft: ‘Ik werd hierdoor erg emotioneel.’ Dat is wel een erg droge constatering van feiten!

Zinnen worden soms onnodig in tweeën gehakt, waardoor het verhaal er met horten en stoten uit komt. ‘Zijn vader kon zijn boete niet betalen. Waardoor hij voor de regering moest gaan werken. Hij is tijdens zijn werk overleden. Hij werd slechts zestig jaar.’ Een goede eindredactie zou er een vloeiender geheel van maken en bovendien zinsneden als ‘een zeer goede school’ en ‘beoogt in die leemte te voorzien’ schrappen.

Tien jaar militaire dienst

Wie over die stroeve stijl heen leest, treft een bijzonder boekje. Veel Eritreeërs hebben het liever niet over hun vlucht. Het is te pijnlijk, of ze zijn bang achtergebleven familieleden in gevaar te brengen. Dapper dat Goitom dit wel doet. Voor de meeste Nederlanders die niet zoveel van Eritrea weten, geeft zijn boek goede en duidelijke uitleg over waarom Eritreeërs hun land ontvluchten. De dienstplicht is één van de belangrijkste redenen. Die duurt officieel achttien maanden, maar in de praktijk soms langer dan tien jaar. Slavernij, noemt de VN het. Bovendien is Eritrea een dictatuur zonder vrijheid van meningsuiting en persvrijheid, maar met een Stasi-achtig afluistersysteem waardoor niemand elkaar vertrouwt en met gevangenissen waar marteling, verkrachting en verdwijning wijdverbreid zijn.

Als Nederlanders dit weten, begrijpen ze misschien iets beter waarom Eritreeërs vaak zo gesloten en afwachtend zijn. Veelzeggend is deze passage: ‘Bijna alle mensen zijn bang, om zich vrij te voelen en hun mening te geven. Ze zijn niet alleen bang, maar ze onderschatten ook hun mogelijkheden, omdat ze niet vrijuit mogen spreken en hun ideeën uitdragen. Op basis van deze oorzaken hebben Eritreeërs moeite met integreren, ze schamen zich om uit te spreken wat ze voelen. Ze zijn niet dom, maar ze zijn slechts beïnvloed door het dictatoriaal regime.’

Wolven in schaapskleren

Goitoms verslag van zijn vlucht zou iedereen moeten lezen. Mensen die vluchtelingen ‘gelukzoekers’ of ‘profiteurs’ noemen voorop. Goitom vertelt over dagen lopen door de woestijn met veel te weinig water, over schreeuwende bewakers, smokkelaars die slaan met hout en plastic, een auto-ongeluk in de woestijn, wolven in schaapskleren die nóg meer geld eisen, negen uur overleven in een boot met motorpech en dat alles in een tocht die ruim een jaar duurt.

Toch schrijft hij ook over de goede mensen die hij tegenkomt. Mannen in Soedan en in Libië, die Goitom en zijn vrienden wekenlang in hun huis laten slapen en eten, zodat ze tot rust komen. En de Nederlandse buurman die helpt met de inrichting van zijn huis. Een dominee en een lid van voetbalclub ‘De Kogelvangers’ die hem, ieder op hun terrein, een stap verder helpen in zijn nieuwe leven.

Erg bijzonder en leerzaam is het hoofdstuk over hoe Goitom de Nederlandse maatschappij ziet. ‘Nederland is een vragende samenleving. Nederlanders stellen veel vragen en zijn nieuwsgierig. Terwijl de Eritrese samenleving erg gesloten is en weinig interactief is.’ Hij ziet ook wat Nederlanders en Eritreeërs van elkaar kunnen leren.

Heel waardevol zijn Goitoms tips aan landgenoten: ‘Probeer alles wat je van binnen voelt met iemand te delen. (…) is het enorm van belang om met iemand te praten over wat je hebt meegemaakt. Zodat je je beter gaat voelen.’ En de allerbelangrijkste tip: ‘Kom op, het is tijd om voor je eigen recht te staan (…)’.

Dawit Amanuel Goitom, Mijn vlucht uit Eritrea, een persoonlijk verslag (2017).
Het boek is te bestellen met een e-mail aan: dawitamanuel1@gmail.com

Illustratie: © Joskaas Worst

Waardeer dit artikel

Dit artikel lees je gratis. Vind je het artikel en onze inzet de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten blijken door een bijdrage. Zo help je onze journalisten en RFG Media.

Mijn gekozen bedrag: € -

Over de auteur

auteur

Over de auteur

Tanja te Beek

Ik wil de lezer graag kennis laten maken met vluchtelingen, ook al is het indirect, via verhalen. Als meer mensen vluchtelingen zien als mens, als individu, in plaats van als bedreigende massa, leidt dat zeker tot meer begrip en minder haat.
tanja_te_beek@hotmail.com

Naar profielpagina