Machtsensoren
11 januari 2019
door Firoozeh Farjadnia en
Het is het begin van een nieuw jaar. Ik kijk naar mijn oude spullen en betwijfel of ze in 2019 van pas komen. Zouden mijn ‘machtsensoren’ dit jaar nog gaan piepen? Met die gedachte pak ik de krant en ja hoor, mijn sensoren beginnen hard te piepen.
Ik lees dat een man in Rotterdam een voorwaardelijke boete van honderd euro kreeg wegens ‘seksuele straatintimidatie’. Sinds een jaar is dit in Rotterdam strafbaar. In het land waar ik opgeroeide is het op straat lastigvallen van vrouwen nog steeds aan de orde van de dag. Vrouwen in Iran moeten zich er zelf tegen beschermen. Ze klagen hier meestal niet over, want de macht is in de handen van mensen die beweren dat een vrouw zelf schuldig is als zij wordt lastiggevallen. Ze had zich beter moeten kleden. Eigenlijk bedoelen die mensen dat je als vrouw niet moet opvallen. Omdat de machthebbers dat al heel lang zeggen, is het een overtuiging geworden die veel mensen delen.
Terug naar Rotterdam, waar vrouwen ook geïntimideerd worden op straat (hoewel het in orde van grootte en ernst niet te vergelijken valt met wat er in Iran gebeurt). Ik volg de discussies op de radio. De kernvraag is of het stafbaar maken van straatintimidatie de veiligheid en het vrijheidsgevoel van vrouwen op straat vergroot. Ik ben niet echt onder de indruk van een mevrouw in de Rotterdamse gemeenteraad die beweert dat het uitdelen van boetes aan mannen voor ‘seksuele straatintimidatie’ zorgt voor een veilige straat voor vrouwen en hen meer gevoel van vrijheid geeft. Zij zegt dat ze zich zorgen maakt over de veiligheid en vrijheid gevoel van de vrouwen op straat. Ze denkt dat ze de gevaren voor vrouwen beter aanvoelt dan mannen.
Hoewel alle deelnemers aan de discussie het erover eens zijn dat straatintimidatie staafbaar moet worden gesteld, blijven mijn sensoren piepen.
Mijn machtssensoren piepten voor het eerst toen ik als kind een hoofddoek moest dragen naar school. Zij die in Iran de macht hebben, beweren dat een hoofddoek vrouwen meer veiligheid en vrijheid biedt op straat. Ik ontdekte daardoor al jong hoe het voelt als je niet de vrijheid hebt om je eigen kleren te kiezen. Ik voelde de druk van de macht letterlijk en figuurlijk op mijn lijf. Mijn sensoren piepten — en zij blijven sindsdien piepen, zodra anderen voor mij willen denken en beslissen.
Mijn sensoren piepten ook toen bekend werd dat vrouwen in openbare gelegenheden geen gezichtsbedekkende kleding meer mogen dragen. Dit verbod zou vrouwen moeten helpen, net als het Iraanse verbod op het niet tonen van lichaam en haren vrouwen zou moeten helpen. Ik zie weinig verschil tussen het verbod in het ene land en dat in het andere land. Het blijven pogingen van machthebbers om vrouwen dingen te verbieden. Zolang vrouwen wordt voorgeschreven wat ze wel en niet mogen dragen, is er geen vrijheid.
Er wordt in de media vaak óver vrouwen gesproken: vrouwen op de arbeidsmarkt, vrouwen in hogere posities, vrouwen met een parttimebaan, vrouwen met korte rokjes, vrouwen van niet- westerse komaf. Er moeten meer vrouwen gaan werken, meer vrouwen in de top, minder vrouwen parttime werken, minder vrouwen dit , meer vrouwen dat. Mijn sensoren blijven maar piepen. Het lijkt alsof de vrouw een apart deel van de bevolking is. Zolang dat zo is, is er geen eenheid. Daardoor werd het ‘vaasje heel broos’. En nu moeten wij —17 miljoen gewone en ongewone Nederlanders— dat vaasje goed vasthouden van Rutte.
Ik weet zeker dat mijn machtssensoren dit jaar nog goed van pas komen.
Image: agoengadryirawan76 (Pixabay)
Over de auteur
Over de auteur
Firoozeh Farjadnia
Firoozeh Farjadnia groeide op in Kermanshah, een plaats in het Koerdische deel van Iran. In 1995 vluchtte ze op 25-jarige leeftijd naar Nederland, waar ze een opleiding Bouwkunde volgde.
Firoozeh schrijft romans, korte verhalen en columns. In 2014 debuteerde ze met de roman Postvogel (uitgeverij Jurgen Maas). In mei 2017 verscheen haar tweede roman in het Farsi.
Ze werkt momenteel aan een korte verhalenbundel en aan haar derde roman.