‘Lieve Firoozeh, moet ik ook wegvluchten uit Iran?’
29 januari 2020
door Firoozeh Farjadnia en
Foto: OneWorld
Schrijfster Firoozeh Farjadnia vluchtte met haar zoontje uit Iran naar Nederland. Nu, 25 jaar later, vragen landgenoten haar om advies. Op OneWorld beantwoordt ze hun brieven. ‘Doet het minder pijn als je alles achterlaat?’
Lieve Firoozeh,
Ik schrijf je in de hoop dat jij mij hoort. Ik ben een van die miljoenen jongeren in Iran wier stem nergens wordt gehoord. In een land waar ons altijd de mond gesnoerd wordt, zelfs als wij het uitschreeuwen van pijn. En ja, pijn hebben we.
Pijn om in ons rijke land kinderen uit de vuilnisbak te zien eten. Pijn om ouderen dakloos te zien raken. Ik lijd mee met mensen die geen geld hebben voor medicijnen; als ik een advertentie lees waarin iemand zijn nier te koop aanbiedt. Het doet mij pijn dat ik op mijn dertigste nog afhankelijk ben van mijn gepensioneerde vader, die ook in zijn laatste dagen nog met de taxi moet rijden om rond te komen.
Als hoogopgeleide vrouw moet ik, net als vele anderen, genoegen nemen met een nietszeggend baantje, alleen om niet thuis te hoeven zitten. Maar zelfs als je genoegen neemt met een zware en slecht betaalde baan is er geen garantie op werk in de snel bergafwaarts bewegende economische situatie.
Sinds de harde Amerikaanse sancties (zie kader, red.) zijn de prijzen van allerlei goederen geëxplodeerd. Toen een paar weken geleden plotseling werd aangekondigd dat de prijs van brandstof zou verdrievoudigen, was de maat vol. Dit betekent dat wij weer verder achteruit zullen gaan. Dit betekent dat velen van ons het hoofd niet meer boven water kunnen houden. Een van die velen ben ik. Anderen mijn vader, mijn broer en mijn vriendinnen.
Vanaf november 2018 golden zware Amerikaanse sancties voor Iran. De Verenigde Staten willen landen en bedrijven er daarmee van weerhouden handel met Iran te drijven. Europese bedrijven als Total, Daimler en Airbus hebben sinds mei 2018, toen de VS zich uit het nucleair akkoord terugtrok, het land al verlaten. Binnen de meest recente sancties (op 9 januari bekend gemaakt) straft de VS alle buitenlandse bedrijven en ook banken die zaken doen met Iran.
Veel fabrieken hebben hun deuren gesloten. Het ene na het andere bedrijf ging failliet. De werkloosheid stijgt nog steeds en de salarissen van mensen die wel een baan hebben, worden niet uitbetaald omdat er geen geld is. Een steeds grotere groep Iraniërs leeft onder de armoedegrens. Ondertussen kijkt een kleine, machtige minderheid toe.
Toen wij met z’n allen de straat op gingen en ‘nee’ riepen tegen de prijsverhogingen, sommeerde de regering het leger en de revolutionaire garde om het vuur tegen de betogers te openen. Een voor een vielen ze voor mij neer, de jongeren die het niet meer pikten. Die net als ik weten dat er geen toekomst voor ze is in dit land, maar niet willen wegvluchten omdat zij net als ik van hun land houden.Nu is het hier doodstil. Wij hebben sinds gisteren geen internetverbinding meer. De muren om ons heen worden steeds hoger en de sfeer alsmaar grimmiger en benauwder. Betogers zijn als vijanden van het land op straat vermoord. De nabestaanden moeten zelfs de prijs van de kogel betalen om het stoffelijke overschot te mogen begraven. Ze mogen niet om hun eigen kinderen rouwen of herdenkingen houden.
Ik denk nu aan mijn toekomst, waarin ik aangehouden of vermoord zal worden. Ik heb geen angst, maar wel zorgen. Mijn gepensioneerde vader heeft niet voldoende geld om mijn kogelgeld te betalen. Ik voel een enorme druk. Moet ik mijn land verlaten om mijn familie minder pijn te bezorgen? En wat doet meer pijn, een dochter die er niet meer bij is maar leeft, of een overleden dochter wier lijk hij vrij moet kopen?
Ik weet dat jij jaren geleden voor dezelfde keuze stond. Je bent uiteindelijk weggegaan. Wat voor persoon ben je, nadat je alles achterlaat? Heb je minder pijn?
Groet,
Maahsa
Firoozeh antwoordt:
Lieve Maahsa,
Al meer dan veertig jaar worden wij, kinderen van Iran, weggejaagd omdat wij onze rechten opeisen. De mensen aan de macht behandelen iedereen met haat, vernedering en seksisme. Zij schenden mensenrechten en beweren brutaal dat wie hier niet blij mee is, maar moet vertrekken.
Toen ik in 1995 besloot te vertrekken, veranderde mijn perspectief. Het was alsof ik mijn afwezigheid al kon zien. Ik kon zien hoe ik straks thuis of bij de vrienden gemist zou worden. Onbewust heb ik afstand genomen van mijn omgeving. Ik ging de deur niet meer uit, ik mengde mij niet meer in de gesprekken en ik maakte geen deel uit van de toekomstige plannen. Het was duidelijk dat ik iedereen binnenkort zou verlaten en ik rouwde erom. Ik was er nog, maar ook al niet echt meer. Langzaam trok ik mijzelf los. Pas jaren later besef ik hoeveel lege plekken er in me zijn blijven zitten.
Jaren later begon ik weer te helen, met hulp van de herinneringen, brieven, foto’s en aandenkens die ik van Iran had. Maar ik ben nooit meer helemaal de persoon geworden die ik was, omdat mijn omgeving, mijn contacten, de taal, het eten en zelfs de lucht die ik inadem anders zijn.
Wegvluchten is pijnlijk. En de pijn blijft; vooral als je je oude zelf zal missen: de persoon die zoveel dromen had over een toekomst in haar land. De persoon die midden in de maatschappij stond. De persoon die er alles voor overhad om haar land te bevrijden.
Op een andere plek ter wereld zul je van een afstand moeten toekijken, naar je familie en naar je vrienden die niet uit Iran kunnen of willen vluchten. In de loop der tijd verwatert de band met je geliefden. Je gaat je uiteindelijk minder betrokken voelen bij de veranderingen binnen je vaderland.
Natuurlijk zal jouw vlucht je vader minder pijn bezorgen dan je dood. Maar als je weg bent, ben je er ook niet meer voor als hij je nodig heeft.
Dat is ook waar ik mij nog schuldig over voel: dat ik uiteindelijk voor mijzelf heb gekozen. Toen ik nog in Iran woonde, vroeg ik me juist vaak af: als ik ga, als hij gaat, als wij gaan – wie zal het land dan bevrijden?
Je zal veel twijfels hebben, en die twijfels zullen ongetwijfeld blijven. Maar wat je ook doet: kies voor het leven. Want levend ben je uiteindelijk meer waard voor ons land dan dood.
Liefs,
Firoozeh
Deze column verscheen eerder op de website van OneWorld en betreft een samenwerking tussen RFG Magazine en OneWorld.
Over de auteur
Over de auteur
Firoozeh Farjadnia
Firoozeh Farjadnia groeide op in Kermanshah, een plaats in het Koerdische deel van Iran. In 1995 vluchtte ze op 25-jarige leeftijd naar Nederland, waar ze een opleiding Bouwkunde volgde.
Firoozeh schrijft romans, korte verhalen en columns. In 2014 debuteerde ze met de roman Postvogel (uitgeverij Jurgen Maas). In mei 2017 verscheen haar tweede roman in het Farsi.
Ze werkt momenteel aan een korte verhalenbundel en aan haar derde roman.