Journalistiek bedrijven in Burundi? Dat wordt steeds gevaarlijker
15 juni 2017
Vertaling: Milou Dekkers
Hoewel de persvrijheid in Burundi een in zekere zin acceptabel niveau heeft bereikt, zijn er zorgen over de achteruitgang die de laatste tijd wordt waargenomen. De pluriformiteit en onafhankelijkheid van de diverse media gaan achteruit. Ook de situatie met betrekking tot veiligheid en vrijheid van journalisten verslechtert. En dat alles, volgens onze bronnen, sinds president Pierre Nkurunziza heeft besloten een derde termijn aan te gaan. Een omstreden mandaat, illegaal en onwettig in de ogen van andere politieke spelers in Burundi en de internationale gemeenschap.
Léon Masengo, directeur van radio Bonesha, een van de radiostations die tegenwoordig gesloten is, vindt dat er in de huidige situatie niet gesproken kan worden over persvrijheid in Burundi. Deze doorgewinterde journalist beschouwt de situatie wat betreft het respecteren van de persvrijheid als zorgwekkend, de signalen staan op rood:
“Nadat vijf radiostations werden geplunderd en in brand gestoken als gevolg van de mislukte staatsgreep op 13 mei 2015, zijn drie stations (waaronder redio publique africaine (RPA), Bonesha FM en radio-télé Renaissance) tot op de dag van vandaag nog altijd gesloten. U begrijpt dat de mediapluriformiteit hierdoor getroffen is en dat is spijtig”, zegt Masengo.
“De ochtend na de internationale Dag van de Persvrijheid, was het begin van een trieste dag. Radiostations werden bedreigd en sommige zelfs gesloten. Journalisten zijn bedreigd. Wij hebben grote moeite om hier te kunnen werken. De situatie is absoluut triest, niet alleen voor de inwoners van Burundi maar voor iedereen die gelooft in democratie en vrijheid van meningsuiting,” vervolgt Léon Masengo. Om vervolgens toe te voegen dat ook toegestane dagbladen niet op vrijheid van meningsuiting kunnen rekenen: “Hoeveel hoofdredacteuren en journalisten zijn er niet gedwongen tot ballingschap vanwege bedreiging en ontvoering? We willen dat de rechtbank haar onderzoeken naar betrokkenheid van journalisten bij de coup van 2015 afrondt en de media weer laat bijdragen aan de pluriformiteit van informatie”, vertelt de nieuwe baas van Radio Bonesha FM met wanhoop in zijn stem.
Bedreigingen en ballingschap
De bedreigingen tegen journalisten en andere mediaprofessionals zijn de afgelopen jaren toegenomen. Een verontrustend teken dat duidelijk laat zien dat het bedrijven van journalistiek in Burundi steeds gevaarlijker wordt. Vooral sinds de couppoging van 13 mei 2015, zo laat de directeur van het nog altijd gesloten Radio Bonesha weten. “Slechts enkele weken waren voldoende om bijna de complete pluriformiteit van het Burundese medialandschap, eerder geroemd vanwege zijn professionaliteit, weg te vagen. De balans was schokkend en onherstelbaar: vijf onafhankelijke radiostations en een televisiestation zijn verwoest. Bovendien zijn bijna honderd bedreigde journalisten gedwongen tot ballingschap”, getuigt Masengo.
Volgens gelijkgestemde bronnen zijn meer dan zestig van deze journalisten gevlucht naar Rwanda. Een tiental zit in Frankrijk en de rest is verspreid over de rest van de wereld. Een aantal van die journalisten is vertrokken na afpersing of andere misdaden die ze eerder zelf aan de kaak stelden. Voorbeelden zijn marteling, ontvoering of vervolging zonder aanleiding. De moord op cameraman van de RTNB, Christophe Nkezabahizi en zijn familie, de moord op de chauffeur van radio CCIB FM+, de ontvoering van Jean Bigirimana, journalist van persgroep Iwacu, de granaataanval op journalist Jean Baptist Bireha van Bonesha; het zijn sprekende voorbeelden.
Geluiden uit de politiek
Dat de situatie met betrekking tot de persvrijheid verontrustend is, vinden ook enkele Burundese politici. “De intimidatie is reëel en zaait angst onder journalisten. Als de politie alle macht heeft, moeten de journalisten daarop kunnen toezien. Als de inwoners van Burundi het land ontvluchten, moeten journalisten ook vrij zijn daarover te berichten”, aldus Léonce Ngendakumana, vice-president van de politieke partij Sahwanya Frodebu. Hij bevestigt dat journalisten en bloggers in Burundi worden bedreigd door de politie, de inlichtingendienst en de Imbonerakure, de jongerenafdeling van de partij die aan de macht is, le Conseil National pour la Défense de la Démocratie – Forces pour la Défense de la Démocratie (CNDD-FDD).
Daarom roept hij op tot meer samenwerking tussen de machthebbers en de media. Hij erkent het belang van de media, die feiten aan het licht brengen. Aan hen de taak een podium te geven aan de bevolking die zich uit over de onveiligheid waaraan zij wordt blootgesteld. Helemaal als de machthebbers dit proberen te onderdrukken. Helaas, zo constateert Ngendakumana, worden de media vervolgens de zondebok omdat zij informatie verspreiden die de machthebbers proberen te verbergen. Dit wordt bevestigd door alle particuliere radiostations die niet uitzenden en aan de vooravond van de internationale Dag van de Persvrijheid, concludeert Léonce Ngendakumana.
Zwart label
Editie 2017 van de internationale index van persvrijheid van Verslaggevers zonder Grenzen (VZG) geeft intussen aan dat het zeer ernstig gesteld is met de persvrijheid in Burundi. Het rapport openbaart de omvang van de misstanden die de vrijheid van informatie ondermijnen. Met de 160e plaats, van de in totaal 180 vermelde landen, behoort Burundi voortaan tot de groep van 21 landen met een zwart label, oftewel landen waar de situatie met betrekking tot persvrijheid als zeer ernstig wordt beschouwd. In 2016, stond Burundi in dezelfde index nog op de 156e plaats.
Sterker nog, het rapport van 2017 van Verslaggevers zonder Grenzen, meldt dat de zware repressie van de media die berichtten over de couppoging van president Pierre Nkurunziza in 2015, inmiddels geldt voor alle media. Vandaag de dag, zo vervolgt hetzelfde rapport, is Burundi verstrikt geraakt in een crisis en is de persvrijheid stervende. “Vervolgd als vermeende coupplegers, leven tientallen journalisten gedwongen in ballingschap. Voor hen die blijven is informeren, zonder naadloos aan te sluiten bij de opvattingen van de overheid, een uitdaging. De oppermachtige nationale inlichtingendienst (SNR) ontbiedt, arresteert en mishandelt naar believen journalisten en redacteuren die vervolgens de opdracht krijgen hun als onwenselijk beschouwde artikelen te corrigeren”, concludeert het rapport
Een vernietigend rapport
Gabriel Bihumugani, vice-president van de nationale raad voor communicatie (CNC), reageert direct op het rapport dat Burundi op de 160e plaats zet wat betreft persvrijheid. Hij verklaart dat het rapport is gebaseerd op de gebeurtenissen in 2015 die geen goed beeld schetsen van Burundi. Om vervolgens te bevestigen dat Verslaggevers zonder Grenzen in haar rapport niet gematigd is geweest, in vergelijking met andere rapporten over Burundi sinds 2015, die volgens Bihumugani foutieve informatie bevatten.
In zijn uitlatingen met betrekking tot de gesloten radiostations, de journalisten in ballingschap en de vele ongefundeerde verhoren van journalisten door politie of justitie, lijkt de vice-president van de Nationale Raad voor communicatie ontwijkend. “Op mondiaal vlak, kan Burundi zich niet isoleren, het moet een VN-lidstaat zijn. Het is een soeverein land dat wordt bestuurd volgens de wet. In principe, als Verslaggevers zonder Grenzen het rapport baseert op journalisten, zijn dat niet alleen journalisten die zijn ondervraagd door politie en justitie,” verklaart Gabriel Bihumugani.
Foto: Pixabay