Fanuels reis van vervolgd journalist naar Nederlandse natuur
12 december 2024
door Fanuel Hailemariam en
Na jarenlang als journalist te hebben gewerkt voor de National Defence Broadcast, waar hij zijn passie voor waarheidsgetrouwe verslaggeving vol overgave uitoefende, nam Fanuael Hailemariams carrière een dramatische wending. Tijdens de Ethiopië-Tigrayoorlog, die op 4 november 2020 begon, benutte hij zijn beroep als journalist om het grove geweld dat de bevolking werd aangedaan, te documenteren. Een persoonlijk verhaal over standvastigheid en veerkracht.
Mijn liefde voor journalistiek ontstond tijdens mijn middelbareschooltijd, toen ik een artikel las over Joseph Pulitzer, de grondlegger van de moderne journalistiek. Pulitzers onvermoeibare zoektocht naar de waarheid inspireerde me om zijn voorbeeld te volgen. Vastbesloten om een verschil te maken, behaalde ik in 2013 mijn diploma en ging aan de slag als verslaggever en fotojournalist.
Vanaf het moment dat de oorlog in Ethiopië begon bevond ik me aan de frontlinie, waar ik de gruweldaden vastlegde die de Tigrayaanse bevolking door de Ethiopische regering werden aangedaan. Ik weigerde de regeringspropaganda te ondersteunen en bleef de wreedheden documenteren. Mijn berichten werden door de regering gecensureerd, maar ik bleef foto’s, ooggetuigenverslagen, video’s en rapporten verzamelen om naar maatschappelijke organisaties en belangenbehartigers wereldwijd te sturen. Op die manier wilde ik de internationale gemeenschap op de hoogte brengen van wat er in mijn land gebeurde.
Gevangenschap
Mijn verzet tegen de regering bleef niet onopgemerkt. Mijn huis werd doorzocht, mijn notities, harddisks en laptop werden in beslag genomen en ik belandde zelf in de gevangenis, waar ik fysiek en mentaal werd gemarteld. Ze beschuldigden me ervan geheime informatie door te geven aan de rebellen die zich tegen de regering keerden, de zogenaamde junta, evenals aan westerse instellingen. Mijn lichaam en geest werden zwaar op de proef gesteld, maar ik hield vol. Ik werd vrijgelaten maar ook al snel weer opgepakt, dit keer op beschuldiging van het onthullen van staatsmisdaden en ondermijning van de regering.
Ik zou verzaken in mijn belangrijkste missie: positief over de regering te berichten. Opnieuw werd ik gemarteld, ik kreeg zulke zwellingen op mijn ogen dat mijn zicht werd belemmerd. Niet dat er veel te zien viel: ik bevond me in een donkere ondergrondse gevangenis zonder licht. Het enige licht dat ik soms zag was afkomstig uit een kleine spleet in de hoek van de cel.
Mijn belagers beschuldigden mij en mijn vrienden bovendien van het plannen van een geheime missie om het hoofdkwartier van de Afrikaanse Unie uit Ethiopië te verplaatsen, in een poging de invloed van de regering te verminderen en de Ethiopische diplomatie te de-escaleren. Ik werd gedwongen een document te ondertekenen waarin ik beloofde geen contact meer op te nemen met buitenstaanders en me niet verder te mengen in overheidszaken. Als ik me niet aan deze voorwaarden hield, zou dat zware gevolgen hebben.
Na maanden van ontberingen werd ik uiteindelijk vrijgelaten, maar opnieuw kort erna weer gearresteerd. Dit keer was ik onderweg naar een afspraak in de hoop het land te kunnen verlaten. De beschuldigingen bleven zich opstapelen. Ik zou misdaden begaan door Ethiopische soldaten openbaar hebben gemaakt, zowel aan internationale organisaties als aan selecte binnenlandse autoriteiten. Mijn verslaggeving zou zijn bedoeld om ontslagen uit te lokken en de reputatie van de regering te schaden. Daarnaast werd me verweten militaire officieren te hebben ontmoedigd in hun plicht, waardoor ze hun missies zouden hebben geweigerd. Ook eisten de veiligheidsdiensten de namen van de hoge officieren die me geheime informatie hadden doorgelekt.
De martelingen werden nog zwaarder. Elektrische schokken, dreigementen en langdurige ondervragingen waren aan de orde van de dag. In een poging me te breken toonden ze me na het verwonden van andere gevangenen het verse bloed op de grond. Maar ook nu hield ik vol. De beschuldigingen klopten, en achteraf ben ik blij dat ik me aan mijn principes heb gehouden. Uiteindelijk, na weken van ontberingen, wist ik met de hulp van een vriend uit de gevangenis en zelfs uit het land te ontsnappen.
Hollandse koeien
Op 13 januari 2022 vluchtte ik naar Nederland. De reis was lang en vol gevaren, maar het was de enige uitweg. Mijn kennis van Nederland was in eerste instantie beperkt. Ik kende het land alleen van de ‘Hollandse koeien’ in Tigray, beroemd om hun melk, en van een WK-avond waarop mijn vader en ik in bewondering naar het Nederlandse voetbalteam keken, onder de indruk van Ruud Gullit en Marco van Basten, maar evengoed van de zee aan oranjefans.
Na 45 dagen op straat, waarin ik niemand durfde te vertrouwen, vond ik in 2022 onderdak in vluchtelingenkamp Ter Apel, waarna andere kampen volgden. De eerste kennismaking met de politie was moeilijk. De gesprekken met vertalers erbij deden me terugdenken aan de ondervragingen in Ethiopië. Ik vreesde dat ik opnieuw in de gevangenis zou belanden en maakte me zorgen om de veiligheid van mijn familie. In de kampen voelde ik me vooral geïsoleerd en gestrest, mijn verleden achtervolgde me. Toen ook nog een buiktyfusepidemie uitbrak op de boot waar ik op dat moment woonde, werden mijn fysieke en geestelijke gezondheid verder aangetast.
Op advies van een dokter belandde ik bij GGZ inGeest in Zuiderpoort, waar ik bijna een jaar lang wekelijks sessies volgde. Hoewel de behandeling soms eentonig was, bleek deze uiterst effectief. Het team, bood niet alleen professionele hulp, maar luisterde ook oprecht naar mijn gevoelens, wat me in staat stelde mijn problemen onder ogen te zien.
Groen
De therapieën bij GGZ inGeest Zuiderpoort veranderden mijn perspectief op het leven. Ik werd aangemoedigd om mijn emoties te delen en actief met mijn problemen aan de slag te gaan. De dokters zagen ook in dat de natuur een grote rol speelde in mijn genezing. Ik ontwikkelde een passie voor tuinieren, die belangrijk onderdeel werd van mijn herstelproces. Op advies van de dokters begin ik vrijwilligerswerk te doen op groene boerderijen en in tuinen.
Dit nieuwe hoofdstuk in mijn leven stelde me in staat waardevolle vaardigheden te ontwikkelen, vooral op het gebied van communicatie en teamwork. Ik dompelde me onder in de Nederlandse cultuur, had plezier in het leren en ook in het aanpassen aan mijn nieuwe omgeving. De tuin werd een plek van inspiratie, waar ik kon reflecteren op wat ik had meegemaakt. Elke dag die ik doorbracht met het verzorgen van de planten bracht me dichter bij een hoopvolle toekomst. De zorgen over mijn familie en vrienden blijven me ondertussen achtervolgen. Ik maak me veel zorgen om de vriend die me hielp het land te ontvluchten. De regerings- en veiligheidsdiensten hebben hem gevangengenomen.
De natuur heeft me echter een belangrijke levensles geleerd: zoals een tuinier niet de controle heeft over het weer, maar wel de zorg voor de planten, realiseerde ik me dat sommige zaken buiten mijn macht liggen. In plaats van me te focussen op wat ik niet kan veranderen, richt ik me op waar ik wel invloed op heb: een positieve omgeving voor mezelf en mijn nieuwe gemeenschap. Deze persoonlijke ontwikkeling zie ik als een bewijs van de kracht van herstel en herinnert me eraan dat er zelfs in de allerdonkerste tijden ruimte is voor hoop en groei.