Een land tussen het prikkeldraad
31 oktober 2019
door Firoozeh Farjadnia en
Zoekend naar het juiste huisnummer, vielen de gele en witte letters op de gevel mij op: ‘Boost Transvaal’. Hier moest ik inderdaad zijn, maar toch bleef ik van een afstand kijken naar de mensen die het gebouw in en uit liepen. Naar de met reclames volgeplakte ramen en de kruidengeur die door de geopende ramen naar buiten stroomde.
Binnen leek het gezellig, warm en vooral druk te zijn, maar tegelijkertijd angstaanjagend door al de onbekende gezichten, vreemde talen en geuren. Op de stoep stonden jongens van diverse pluimage in groepjes te roken en te babbelen. Dit maakte de drempel om naar binnen te gaan niet kleiner.
Even overwoog ik om van de cursus af te zien en terug naar huis te gaan. Je bent toch niet bang voor het onbekende? vroeg ik mezelf, terwijl ik naar binnen stapte. Ik keek om mij heen. Zijn de buitenlanders in het gebouw soms onbekender voor mij dan de binnenlanders erbuiten?
Een paar uur later, op de terugweg, werd ik ingehaald door een fietser die mij heel vriendelijk groette. Hij vroeg of ik hem nog kende van de judoclub. Een oud trucje natuurlijk. Hij, een Nederlandse man van middelbare leeftijd, wilde weten waar ik vandaan kwam. Anders dan gewoonlijk zei ik niet dat ik afkomstig ben uit Iran. ‘Ik kom bij Boost vandaan,’ antwoordde ik.
De man woonde er een paar blokken vandaan, maar bleek niet veel van Boost te weten. Voorzichtig informeerde hij wat er daar allemaal te beleven is. Hij voegde eraan toe dat hij er dagelijks voorbij fietst en wel eens een blik naar binnen werpt, maar nooit meer dan dat. Hij blijft buiten, terwijl hij eigenlijk graag contact zoekt.
Nog niet zo lang geleden was ik zelf een buitenstaander. Een onzichtbare en pijnlijke prikkeldraad scheidde mij als buitenlander van de binnenlanders. Op momenten waarop de lijn heel dun werd, vroeg ik mij af waarom geen enkele binnenlander een praatje met mij, de buitenlander, wilde maken. Er waren situaties waarin ik mij afvroeg of ik misschien onzichtbaar was.
Ik had een enorme behoefte om te weten waar ik was beland, hoe de mensen hier leven, wat zij eten, hoe zij de boodschappen doen en wat hun gewoontes zijn. Jarenlang was ik verbannen naar kampen waar eens per week een binnenlander met een tas vol onderwerpen kwam om ons te leren hoe wij ons in Nederland op visite moeten gedragen, en wat wij allemaal wel of niet mogen vragen. En dat terwijl ik nog nooit een Nederlands huis van binnen had gezien.
Terwijl ik aan een binnenlander stond uit te leggen wat er in het ontmoetingshuis van zijn wijk te doen is, vroeg ik mij af of ik mij nu bevind in een grensgebied tussen binnenlanders en buitenlanders. Een land tússen de prikkeldraden, waar het vertrouwd en veilig is voor bewoners van beide kanten.
Ik vertelde de man dat er in het ontmoetingscentrum elke dag lekker warm eten is, en vers brood, koffie en thee voor alle deelnemers. Als je er aan tafel zit, wordt er al snel een praatje met je gemaakt. In de lucht hangt de muziek van allerlei talen en het geroezemoes uit de open keuken. Je hoeft alleen maar naar binnen te stappen. Dat is toch niet heel moeilijk voor iemand die aan judo doet?
Over de auteur
Over de auteur
Firoozeh Farjadnia
Firoozeh Farjadnia groeide op in Kermanshah, een plaats in het Koerdische deel van Iran. In 1995 vluchtte ze op 25-jarige leeftijd naar Nederland, waar ze een opleiding Bouwkunde volgde.
Firoozeh schrijft romans, korte verhalen en columns. In 2014 debuteerde ze met de roman Postvogel (uitgeverij Jurgen Maas). In mei 2017 verscheen haar tweede roman in het Farsi.
Ze werkt momenteel aan een korte verhalenbundel en aan haar derde roman.