#BlackLivesMatter, editie NL. Waarom ik niet weet of ik moet huilen of juichen
3 september 2020
In Nederland ontkent het ene kamp het bestaan van racisme in zijn geheel, terwijl vanuit het andere kamp mensen onder druk worden gezet om antiracismedemonstraties bij te wonen. Zwarte mensen schieten hier weinig mee op. Zolang alleen al het noemen van het woord ‘racisme’ zorgt voor een verdere verwijdering tussen bevolkingsgroepen, zal er niets veranderen.
Het lijkt in dit land onmogelijk om het bestaan van racisme te benoemen. Zelfs deze eenvoudige constatering kan aanleiding geven tot verdere ontkenningen, getouwtrek over semantiek en contraproductief geklets over wie ik wel niet ben om dit zeggen en wat mijn politieke overtuiging is. Maar het doet er helemaal niet toe wie ik ben of aan welke politieke kant ik sta. De complexiteit van mijn bestaan is niet terug te brengen tot één monolitische identiteit. Ik ben een zwarte vrouw, een immigrant, een journalist, een dichteres, en voormalig moslima. Ik beschouw mijzelf als progressief en pro-mensenrechten.
Hoewel ik nog niet in het bezit ben van het Nederlands staatsburgerschap, vind ik het toch tijd om mij uit te spreken en mijn ervaringen te delen die ik de afgelopen vierenhalf jaar heb opgedaan in het ‘meest tolerante land van de wereld’ – Nederland. Want geloof me, ik heb het allemaal meegemaakt, van zeer openlijk en bot racisme tot meer subtiele, systematische vormen van racisme. En vaak was er het schokkende racisme van de lage verwachtingen, niet zelden afkomstig van personen die voor het oog van de televisiecamera’s de progressieve vlag hoog in het vaandel hebben.
Gaat het leven van zwarte mensen in Nederland politici en andere invloedrijke mensen werkelijk aan het hart? Op basis van vier jaar ervaring in Nederland kan ik ieder geval laten zien dat mijn zwarte leven er weinig toe deed. Hieronder deel ik een paar observaties en anekdotes uit mijn korte Amsterdamse leven.
‘Rot op naar je eigen land’
Ik hoorde het in de supermarket, bij metrohaltes, op straat, overal. Het werd me toegebeten nadat een fietser me bijna omver reed en ik iets ze als ‘let op idioot’. Het komt vooral van types die fan zijn van Wilders en zijn hashtag #ZwartePietMatters. Normaal gesproken kan ik hiermee omgaan. Het is recht in mijn gezicht, dus grote kans dat ik iets stoms antwoord, zoals ‘dit is mijn eigen land’. Voordat jullie nu zeggen “dat is gewoon een enkele lul” is het misschien goed om nog wat verder te gaan en een paar observaties en anekdotes uit mijn korte Amsterdamse leven te delen.
Ex-moslim? Wat is dat?
Ik herinner me een voorval dat plaatsvond nadat ik op een podium had gestaan in Amsterdam – in het land waar ik mij veilig genoeg voelde om dat te doen – en hoewel erg nerveus, publiekelijk verklaarde dat ik een ex-moslim ben. Met ‘Ex-moslim’ bedoel ik dat ik niet langer gelovig ben en de islam niet volg of belijd. Onmiddellijk na mijn publieke verklaring gingen twee groepen volgers los op mijn sociale media: witte suprematiedenkers en haters uit de moslimgemeenschap. Het was pijnlijk hoe stil het bleef van de kant van mijn progressieve en anti-racistische vrienden, vrienden die me wel hielpen bij andere persoonlijke zaken. Ik accepteerde de stilte en stond er niet teveel bij stil.
Ik belandde tussen twee vuren toen racisten aan de haal gingen met mijn berichten op sociale media (bijvoorbeeld over het verbod op afvalligheid en godslastering in islamitische landen) en deze misbruikten voor hun eigen egoïstische anti-immigranten haatpolitiek — daarbij volstrekt voorbijgaand aan het feit dat ik zelf een immigrant ben. Opnieuw hoefde ik niet te rekenen op steun van mijn antiracistische en pro-migranten vrienden. Blijkbaar strookt de term ‘ex-moslim’ niet met hun verhaal over het slachtofferschap van moslims. Zij beschuldigden mij en andere ex-moslims ervan dat wij racisten in de kaart spelen. Er was zelfs een opinieschrijver, Theo Brand heet hij, die een quote van mij aanhaalde en zei dat het jammer was dat ik in zulke algemene bewoording sprak over de islam. Volgens hem zou ik eigenlijk alleen moeten praten over het ‘islamitische milieu’ waarin ik opgroeide.
Hoewel ik mij goed kan weren tegen voornoemde openlijke racisten, weet ik niet hoe ik mij moet verdedigen tegen mede-progressieven waarvan ik had verwacht dat ze zelfemancipatie zouden steunen. Ik heb dingen gehoord als ‘voorzichtig hier in Nederland, want de racisten en populisten zullen je gebruiken’. Dat kan ik zelf wel bepalen, dank je wel. Of: ‘Pas op dat je niet teveel klinkt als Ayaan Hirsi Ali’. Vertel me meer, is dit waarom zij uit Nederland is weggegaan? Is dit waarom op de officiële plaquette naast ‘De Schreeuw’, het monument in het Amsterdamse Oosterpark ter herdenking van Theo van Gogh, niets over Ayaan is geschreven?
‘Zwarte’ scholen
In Nederland, en vooral in Amsterdam, zijn er nog veel ‘zwarte’ en ‘witte’ scholen, afhankelijk van de buurt waar de school staat. De term ‘zwarte’ school verwijst naar een school waar meer dan 60% van de leerlingen een ‘niet-westerse’ migranten achtergrond heeft. Hieronder vallen Marokkaanse, Turkse, Surinaamse, Afrikaanse, Arabische Nederlanders. Eigenlijk alles en iedereen die niet wit is of inheems Nederlands.
Nederland – het meest tolerante land – doet stilletjes aan segregatie, ondanks dat er een wet is die openbare scholen verbiedt om kinderen te weigeren. Ouders in Amsterdam en andere grote steden dragen bij aan deze segregatie door hun ‘keuze’ voor scholen in bepaalde buurten. ‘Zwarte’ scholen in Amsterdam smeken, voeren campagne en maken zich zo zichtbaar mogelijk om maar witte leerlingen aan te trekken, zodat ze de status krijgen van ‘gemengde’ school. Er zijn zelfs voorstellen geweest van gemeenten om ‘gemengde’ scholen te stimuleren door ze een “bonus” te geven.
Mijn kinderen gaan naar een van deze ‘zwarte’ scholen, zo’n 12 minuten lopen van huis, nadat ze waren afgewezen (‘geen plek’) op de overwegend witte school van mijn keuze op steenworp afstand van ons huis.
Maatschappelijke dienstverlening voor zwarte mensen
Op de meest ‘tolerante’ manier mogelijk, lukt het sociale diensten disproportioneel vaak niet om zwarte mensen te helpen in gevallen van huiselijk geweld, vrouwenbesnijdenis bij kinderen die in Nederland zijn geboren, vermiste kinderen en op het gebied van sociale huisvesting en gezondheidszorg. Ik zal mijzelf als voorbeeld nemen – en dit is geen op zichzelf staand geval, ik ken er velen. Ik zal niet alle details geven, maar hier is een korte tijdlijn: Huiselijk geweld > opvang bij ‘Blijf van mijn lijf huis’ > eruit gegooid > problemen met verblijfsvergunning > daklozenopvang > van het kastje naar de muur > uiteindelijk mijn eigen wanhopige oplossing gevonden. Dit alles, terwijl ik tegelijkertijd uitnodigingen van Tweede Kamer-commissies ontvang om als ‘expert’ over eerwraak te spreken. Over de details van mijn ervaringen met de Nederlandse Sociale Dienst en IND ben ik een boek aan het schrijven, hopelijk vind ik een uitgever.
De Belastingdienst
O jee, o jee, waar moet ik beginnen? De Nederlandse Belastingdienst profileerde mensen op hun etniciteit. Duizenden mensen die een tweede nationaliteit hebben of statushouder kregen een kruisje achter hun naam en werden extra gecontroleerd op fraude. Dit is hoe het voelt voor een zwarte nieuwkomer die te maken krijgt met de Belastingdienst: de bureaucratie en inefficiëntie waar alle Nederlanders mee te maken krijgen, maal duizend omdat je een nieuwkomer bent, maal duizend omdat je een opvallende achternaam hebt. Hopelijk geeft dat je een beeld van de omvang van het probleem. De Belastingdienst heeft mij zelfs eens door de war gehaald met totaal iemand anders.
Politie
Als een uitgesproken #ex-moslim werd een groot deel van mijn online accounts gehackt en werd ik hinderlijk gevolgd. Toen ik een keer in paniek mijn kinderen eerder van school haalde en de politie belde, dacht de politieagent die thuis langskwam dat ik mijn kinderen iets zou aandoen! Natuurlijk, ik begrijp hoe het er voor de agent uitzag: ‘een angstige zwarte vrouw, die door het lint lijkt te gaan en iets verkeerds lijkt te gaan doen’. Maar wees eerlijk, waarom was dat zijn eerste gedachte en niet ‘wacht eens even, ze heeft een legitieme reden om te vrezen voor haar leven (openbaar ex-moslim) en dat van haar kinderen! Laat me eens kijken wat ik kan doen.’
En dit was niet de eerste keer dat de Nederlandse politie me enorm liet zitten. Maar dat verhaal vertellen maakt niet uit, het gaat namelijk om dit: hoe slachtoffers worden behandeld als dat slachtoffer niet wit + Nederlands is. Ik geef, om dit toe te lichten, maar openheid van zaken: er zijn twee aangiftes van mij die tot niets hebben geleid, noch werd ik op de hoogte gehouden van enige voortgang in het onderzoek. Ik ben maar gestopt erom te vragen. Er was een aangifte tegen mijn echtgenoot (nu ex) voor aanranding, en een tweede aangifte wegens huiselijk geweld tegen mijn kinderen. Niets. Ik wacht nog steeds. Help jezelf maar.
De arbeidsmarkt
Hoewel ik een ervaren journalist ben, die begon aan een nogal onzeker bestaan op freelance basis – hier in het land van de vrije pers – zijn er overheidsdiensten geweest die me schaamteloos afraadden om mijn beroep te willen uitoefenen. Er is mij verschillende keren door de Sociale Dienst – vijf seconden nadat ik om hulp vroeg – vertelt dat ik moet solliciteren en dat ik verplicht ben om willekeurig welk baantje te accepteren. Ik moest de journalistiek maar vergeten. Dat is ‘een hobby’ of het is ‘te moeilijk voor iemand die Nederlands niet goed beheerst’. Laten we handen tellen, hoeveel niet-Nederlands-sprekende-witte-expat-journalisten hebben succesvolle carrières in deze multiculturele stad waarin we leven? Iemand?
Begrijp me niet verkeerd, ik heb gewerkt als afwasser, catering assistent, schoonmaakster en een veelvoud van vreemde baantjes gehad, die allemaal aan het einde van de dag de rekeningen niet konden voldoen en zorgden dat ik me de hele dag miserabel voelde. Dus zoek ik op alle mogelijke manieren naar een normaal betaalde baan in de media – waarom zou ik dat niet doen?
Divibokaal
En toen zag ik laatst het ‘divibokaal’-circus langstrekken op mijn televisiescherm. De zogenaamde ‘divibokaal’ van de NOS werd door de omroep aan journalisten gegeven als ‘bonus’ voor de ‘diverse’ stemmen die in hun verhalen aan bod kwamen. Ik kon niet anders dan terugdenken aan de keren dat men graag mijn verhaal als slachtoffer wilde horen, terwijl ik geen enkele reactie kreeg op talrijke sollicitaties in de sector.
Argumenten dat redacties moeite hebben met ‘diversiteit’ omdat de journalisten in de Nederlandse media allemaal van ‘gelijke’ achtergrond komen, vind ik hypocriet. Want journalisten met een migratie-achtergrond zoals ikzelf komen hoogstwaarschijnlijk niet in aanmerking voor een baan bij een redactie van een nieuwsmedium in Nederland. Of zie ik dat verkeerd?
Feit: ik pitch ook veel bij Engelstalige platforms en media (terwijl ik nog leer om mijn Nederlands naar een professioneel niveau te brengen). Als Keniaan spreek ik vloeiend Engels. Ik krijg te horen: ’Je Engels is erg goed voor een Afrikaan’. Of: ‘We zijn op zoek naar mensen voor wie Engels hun moedertaal is’. Lees: ‘We willen witte Britse, Amerikaanse of Canadese mensen. Baantjes waarvoor ik in aanmerking kom omdat de werkgever dan een vinkje kan zetten in het ‘diversiteitshokje’, afsla ik af, omdat ik de voorkeur geef aan banen waarvoor ik word geselecteerd op basis van mijn kwaliteiten.
Mijn afwijzing van Zwarte Piet
Ik kan je vertellen dat ik Nederlandse vrienden heb die ieder jaar, als ik zeg dat ik noch mijn kinderen zullen deelnemen aan Sinterklaas, me voorzichtig proberen over te halen om “de kinderen toch een paar cadeautjes te laten krijgen, het is nu van regenboog Piet.” De school heeft ook een “regenboog Piet”. Maar ik sta op de dag zelf nog te aarzelen of ik niet gewoon de kinderen thuis moet houden zodat we ons even kunnen verschuilen voor de rest van Nederland. Ik wil graag integreren in de Nederlandse samenleving, maar weiger om Zwarte Piet, en eigenlijk de hele Sinterklaasviering, een plek in mijn leven te geven. Een persoonlijke keuze die volgens mij op z’n minst gerespecteerd kan worden.
Dus, wat wil ik nu eigenlijk zeggen?
Ik denk dat de idiotie van het hashtag-activisme zijn doel mist, zolang werkelijk belangrijke zaken die voor iedereen duidelijk zijn niet worden geadresseerd. Waarom zijn er grote groepen demonstranten, hashtagactivisten en opinieschrijvers die ‘solidariteit’ tonen met de Black Lives Matter-beweging van duizenden kilometers ver weg, terwijl een groot deel van de Nederlandse politici nog steeds niets doet aan het openlijke en bedekte racisme hier?
Ik zal eerlijk zijn en zeggen dat ik totaal geen vertrouwen heb in dit circus van ‘solidariteit met onze zwarte Amerikaanse broeders’. Het is niets minder dan identiteitspolitiek en doet niets tegen racisme hier ten lande. De ongemakkelijke waarheid is dat altijd wanneer racisme in Nederland wordt bediscussieerd, benoemd of aangekaart, de terugkerende zin die ik maar blijf horen is ‘Ja, maar het is hier niet zo slecht als in Amerika.’
Dit is mijn voorstel:
Stop met de hypocrisie en de politieke spelletjes. Praat met elkaar. Voer discussies. Agree to disagree. Het is prima om het oneens te zijn over methodes. Maar vermijd hashtagactivisme en ga niet demonstreren in solidariteit met Amerikanen, terwijl je iedereen die niet mee wil doen aan je activisme in de hoek zet. Wil je iets veranderen? Richt je dan eerst op geïnstitutionaliseerd racisme in Nederland. Structurele verandering begint in eigen huis.
Foto: #BLM-demonstratie in Nederland. Fotograaf: Karen Elliot (CC BY-SA 2.0)