Amed: een schrijnend verhaal over systematische onderdrukking in Turkije

10 mei 2018

door Handan Tufan en

Amed vormt slechts één van de honderden vluchtelingen die van Turkije naar Nederland is uitgeweken. Hij heeft in Nederland asiel aangevraagd, omdat vluchten voor hem de enige manier was om te vermijden dat hij nogmaals in de gevangenis terecht zou komen, waarin hij reeds als kind gezeten heeft. En het is juist wat hij toen in de gevangenis heeft meegemaakt, dat hem anders maakt dan de meeste andere vluchtelingen is. Laten we nu naar het verhaal van Amed luisteren.

Een Koerdische jongen

De thans 22-jarige Amed groeide met zes broers en zussen op in een linkse Koerdische familie in Diyarbakir. Zijn vader was politiek actief en om die reden regelmatig in de gevangenis beland, waar hij zelfs gemarteld werd. Volgens Amed is zelfs iedereen in zijn familie wel eens in hechtenis is genomen. Zijn vader en vier van zijn broers en zussen gingen elk op verschillende momenten de gevangenis in en uit. Om opgepakt te worden is het namelijk al voldoende om je met politieke kwesties in te laten.

Dat is al snel het geval, omdat de Turkse staat een politiek bedrijft die tot stelselmatige dicriminatie van de Koerdische bevolking leidt. Amed heet dat zelf al op zeer jonge leeftijd heel concreet ervaren: “Ik besefte al gedurende mijn eerste jaren op de basischool dat ik met discriminatie te maken had. Ik ben opgegroeid in een familie waar Koerdisch werd gesproken, en kon daardoor geen Turks. Het onderwijs op school was echter volledig in het Turks. De leerlingen die van huisuit geen Turks spraken konden zich niet goed uiten en werden gekleineerd. Ik heb dit onderscheid gedurende mijn hele schoolleven ervaren.”

Zonder enig reden opgepakt en in een schijnproces veroordeeld

Op 15-jarige leertijd, toen hij nog maar een middelbare scholier was, werd Ahmed voor het eerst in zijn woonplaats Diyarbakir opgepakt, in februari 2011. “Ik ging altijd lopend naar school. Op die dag stopte, op het moment dat ik tegen de avond van school thuis kwam, een politieauto naast mij om mijn identiteitbewijs te controleren. Ik had mijn boeken in mijn hand en mijn schooluniform aan. Nadat ze mijn papieren hadden ingezien, werd ik in hechtenis genomen. In totaal heeft de politie mij drie dagen lang vastgehouden”.

“Volgens de Turkse wet”, zo vervolgt Amed, “moeten kinderen die worden aangehouden naar het aparte politiebureau voor kinderen worden gebracht. Maar ik werd naar het politiebureau voor terrorismebestrijding in Diyarbakir vervoerd, waar systematich gemarteld wordt. Ook ik ben, behalve aan verbale, tevens aan fysieke martelingen onderworpen. Daarna werd ik op 17 februari naar het parket gestuurd. De dienstdoende officier van justititie zei tegen mij slechts “Ik zal geen tijd verdoen door naar u te luisteren” om mij vervolgens rechtstreeks naar de gevangenis te sturen.”

Gemarteld in de gevangenis

De gevangenis waarin Amed in Diyarbakir werd opgesloten, was van het type E, met cellen voor twee tot tien personen. Daar werd hij opnieuw ernstig gemarteld. Amed: “Wanneer je deze gevangenis binnentreedt word je door militairen ontvangen. Dat was ook bij mij het geval. Ik was gedwongen om mij naakt te laten fouilleren. Of je het wil of niet, ze kleden je uit. Ook mij hebben ze met dwang uitgekleed. Ze hebben mij zo in een groep van 25 militairen laten rondlopen. Daarna hebben ze mij één dag zonder eten en drinken laten wachten en voortdurend gemarteld. Na de marteling door militairen kwamen de civiele bewakers die in de gevangenis juist voor veiligheid moeten zorgen. Opnieuw werd ik als ‘welkom’naakt gefouilleerd en opnieuw kreeg ik een pak slaag. Vervolgens werd ik naar mijn cel gebracht, waar zich zelfs kinderen bevonden die maar twaalf jaar oud waren”.

“Ik zal nooit vergeten wat ik daar vervolgens heb meegemaakt. Ik ben in de gevangenis eerst gemarteld, daarna misbruikt en vervolgens verkracht. Alle kinderen die daar terechtgekomen worden aan dezelfde soort mishandelingen blootgesteld. In mijn geval waren het zowel de militairen als de cipiers die zich daaraan schuldig maakten”.

“Een kind van 15 heeft het meest zijn ouders nodig. Ik mocht hen echter maar één uur in de week zien. In dat uur waren de bewakers bij ons. Omdat de bewakers bij ons waren kon ik ze niet vertellen wat ik meemaakte. Weliswaar stonden in de gevangenis op heel veel plekken camera’s die mishandeling moeten tegengaan, maar niet overal. Ze brachten ons daarom steeds naar die plekken, waar ze ontbraken, om ons daar te martelden. Soms verkrachtten ze ons zelfs…”

Amed benadrukt dat dergelijke mensenrechtenschendingen in Turkse gevangenissen ook in rapporten van de Verenigde Naties vermeld staan. “De Koerdische kinderen die in 2012 geplaatst zijn in de Adana Pozanti kindergevangenis zijn misbruikt en verkracht. Hoewel dit uitkwam, werden de schuldigen niet vervolgd, en kregen nu juist de vier slachtoffers die hen aangeklaagd hadden levenslang. Dit laat wel zien hoe het er met de rechterlijke macht in Turkije voorstaat. Ook al was het alleen in dit geval uitgekomen: alle kinderen in de gevangenissen in Turkije maken dit soort dingen mee”.

Als 15-jarige veroordeeld als organisator van demonstraties en als 18-jarige voor een coup

Amed zegt, dat zijn rechtzaak, nadat hij na vier maanden werd vrijgelaten, werd voortgezet. ”Ik ben van school getrapt toen ik uit de gevangenis kwam. Want de Turkse scholen willen geen kinderen die in de gevangenis hebben gezeten. Ik heb zo op eigen houtje thuis verder gestudeerd. Omdat ik heel graag wilde studeren. Toen ik klein was wilde ik computeringenieur worden. Daarom werkte ik heel erg hard. Nadat ik vast had gezeten wilde ik echter advocaat worden, zodat ik de dingen waar ik getuige van was geweest en die ik zelf had meegemaakt, zou kunnen vergelden”.

“Tijdens mijn zelfstudie heb ik ook gewerkt. Dit ging zo drie jaar door, tot 2014. Toen pas werd namelijk de straf vastgesteld voor de misdaad die ik op mijn veertiende zou hebben begaan, waarna ik opnieuw de gevangenis in moest. Voorzover ik uit mijn dossier heb kunnen opmaken bestond mijn ‘misdaad’ eruit dat ik verantwoordelijk zou zijn voor de demonstraties die in het hele land van Istanbul tot aan Diyarbakir werden gehouden. Dus volgens de Turkse staat zou een 15-jarige jongen achter al die demonstraties zitten! Dit keer werd ik in de gevangenis van Siirt voor volwassenen opgesloten, omdat ik inmiddels geen kind meer was. Dit keer heb ik drie jaar gezeten”.

“Weer werd ik in de gevangenis na aankomst bloot gefouilleerd en gemarteld. We verbleven met liefst zestien mensen in een ruimte die voor slechts tien gevangenen was bedoeld. Allen waren politieke gevangenen. Terwijl ik in de gevangenis zat werd de 15 juli- coup gepleegd. Daarna werd het leven in de gevangenis pas echt ondraaglijk. Hoewel we helemaal niets te maken hadden met degenen die de coup hebben gepleegd, werden wij, als Koerdische en politieke gevangenen, het hardste aangepakt”.

“Na drie jaar te hebben gezeten werd ik vrijgelaten. Maar na mijn vrijlating kreeg ik van de rechter te horen dat er intussen nieuwe rechtszaken tegen mij waren geopend. Deze zaken betroffen de gebeurtenissen die zich buiten hebben afgespeeld terwijl ik in de gevangenis zat! Het was dus onmogelijk dat ik er iets mee te maken had. Dat deed er allemaal niet toe: desondanks werd ik van medeplichtigheid beschuldigd. Zo bleef er voor mij niets anders over dan om Turkije te ontvluchten. Het idee nog een keer de gevangenis in te gaan, was voor mij ondraaglijk”.

Pijnlijke ervaringen na aankomst in Nederland

Het feit dat Amed nu juist was gevlucht om niet naar de gevangenis terug te hoeven, maakte zijn eerste ervaring met de Nederlandse overheid extra pijnlijk. “Toen ik voor het eerst naar Nederland kwam, werd ik dertien dagen in een gesloten ruimte vastgehouden. Ik was Turkije nu juist ontvlucht om niet in een gesloten ruimte te zitten, maar hier werd ik weer opgesloten. Het herinnerde mij op een zeer onbehaaglijke wijze opnieuw aan mijn ervaringen in Turkije. Ook werd van mij verlangd dat ik uitvoerig schetste wat ik had meegemaakt. Ik vond dat erg moeilijk… Men wilde dat ik tot in detail vertelde over dingen en situaties waarover ik juist niet wilde vertellen. Toen werd ik naar een open asielzoekerscentrum gestuurd. Daar verblijf ik nog steeds”.

“De fascistische praktijken die nu in Turkije bestaan”, zo besluit Amed zijn relaas, “zijn ook van belang voor mensen in andere landen. Dit is wat velen van ons op jonge leeftijd hebben meegemaakt. Ze hebben ons zo ons hele leven is afgepakt. Ik wilde hierheen komen en een nieuw leven beginnen. Je komt uit een fascistisch land naar een land waar ze de democratie verdedigen. Omdat je hier als kind niet de gevangenis in gaat, maar naar school. Ik wil dat aan het fascisme in Turkije een einde komt en dat kinderen niet meer in een cel worden opgesloten en daar soms zelfs doodgaan. Tweemaal is daar aan mijn opleiding op brute wijze een einde gemaakt. Ik wil daarom hier mijn studie voortzetten. Ik wil vertellen wat ik in Turkije heb meegemaakt. En ik zal dat doen als jurist. “

Amed verblijft nu in een open kamp, in afwachting van de beslissing of hij in Nederland een verblijfsstatus krijgt.

*Amed is niet zijn echt naam. Amed wilde niet dat zijn echte naam werd gepubliceerd.

Waardeer dit artikel

Dit artikel lees je gratis. Vind je het artikel en onze inzet de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten blijken door een bijdrage. Zo help je onze journalisten en RFG Media.

Mijn gekozen bedrag: € -

Over de auteur

Over de auteur

Handan Tufan

Handan Tufan (1990) studeerde aan de Dokuz Eylül University in Izmir, Turkije. Na haar studie begon ze als verslaggever bij de Dicle News Agency, om later over te stappen naar de Jin News Agency. Voor haar werk ontving ze de Gurbetelli Ersoz Women’s Journalism Prize.

Naar profielpagina