‘Adnan Alaoda: Poëzie is de ideale manier om Syriërs te leren kennen’
1 augustus 2017
door Mohammad Kafina en
Elke maand vullen Arabische lofdichten, muziek en poëzie het Verhalenhuis in Rotterdam. Al Rewaq (het Steegje of de Corridor) heet het initiatief van de Syrische schrijver en dichter Adnan Alaoda. Zijn doel: een ontmoetingsplaats scheppen voor culturele uitwisseling door Syriërs en Nederlanders dichter bij elkaar te brengen middels muziek, poëzie en film. Maar ook een plek creëren waar Syriërs elkaar kunnen ontmoeten.
Wat is die rol van kunst in het verbinden van Syriërs met Nederlanders?
“Poëzie belichaamt de cultuur van een land. Poëzie is een van de belangrijkste instrumenten om de Arabieren te karakteriseren. Ze staat dicht bij de muziek en geeft een extra dimensie aan de diepte, schoonheid en oudheid van de Arabische beschaving. Als je de schoonheid van Syriërs wilt leren kennen, moet je de door hen gecreëerde poëzie lezen, want zij geeft hun diversiteit, beschaving en cultuur weer.”
Kunt u ons iets vertellen over het project Al Rewaq Dubai – Rotterdam?
“Door mijn poëzie, televisieseries en toneelstukken kon ik een groot netwerk opbouwen met mensen die werken in de cultuur en kunst. In 2013 ben ik uit Syrië weggegaan. In Dubai zette ik met een groep vrienden Al Rewaq op als een project dat de Syrische kunst en cultuur presenteerde. We organiseerden wekelijks ontmoetingen en tegenwoordig elke twee weken. Vijf maanden geleden kreeg ik een schrijverssubsidie in Rotterdam, waar ik aan het Verhalenhuis het project Al Rewaq Rotterdam voorstelde, als tak van Al Rewaq Dubai. Het doel van Al Rewaq Dubai – Rotterdam ligt in het leren kennen van de Syrische literatuur, kunst en cultuur. Het is ook een poging om een dialoog te creëren tussen Syriërs en Nederlanders zodat zij kennismaken met elkaars cultuur.”
“Gelukkig is de Facebook-pagina Al Rewaq Dubai – Rotterdam inmiddels door 12.500 mensen leuk gevonden. Het evenement is door veel belangrijke gasten bezocht, zoals Dima Orsho, Rasha Rizk, Ibrahim Aljabin, Basma Jabr, Ali Assad, en een aantal belangrijke kunstenaars uit Dubai. Veel Syriërs vroegen of Al Rewaq ook naar Wenen kon komen. We zijn op dit moment bezig het evenement te veranderen in een stichting die de Syrische kunst en cultuur op verschillende plekken in Europa kan presenteren.”
Voor u is dat ook deel van integratie?
“Integratie was een van de eerste onderwerpen die ik met het Verhalenhuis besprak. Nederlanders denken dat het verspreiden van Syriërs over de Nederlandse steden en dorpen hun integratie in de Nederlandse maatschappij versnelt. Het zal het leren van de Nederlandse taal wellicht versnellen, maar integratie is niet alleen het leren van de taal. Integratie begint op natuurlijke wijze vanuit het leren kennen van de bijzonderheden van een plek, om daar vervolgens een liefdevolle relatie mee op te bouwen. Daarom heb ik een groot aantal Syriërs uitgenodigd om Al Rewaq te bezoeken. Niet alleen uit Rotterdam, maar ook uit alle andere dorpen en steden van Nederland. Dit maakt het Syriërs mogelijk elkaar te ontmoeten, samen te werken en zo ook hun oriëntatie op de arbeidsmarkt en hun integratie te bespoedigen.”
U schrijft uw poëzie in het dialect van de Eufraat, het gesproken Syrisch-Arabisch en een enkele keer in het formele, algemene Moderne Standaard Arabisch. In hoeverre helpt het gebruik van deze verschillende talen en dialecten u?
“Van nature ben ik meer geneigd poëzie en toneelstukken te schrijven in het gesproken dialect dan in het Standaard Arabisch. Ik denk dat het bewind van de Ba’ath-partij in Syrië het schrijven van poëzie in het Syrische dialect heeft bemoeilijkt, omdat het de taal van publieke toespraken beperkte tot het Moderne Standaard Arabisch. Zo verworven de Syrische volksdichters niet dezelfde bekendheid als soortgelijke dichters in Irak en Libanon.
Ik ben niet tegen het schrijven in het Modern Standaard Arabisch, maar het schrijven van poëzie in uitsluitend het Modern Standaard Arabisch doet af aan de diversiteit en pracht van het beeld van Syrië, vooral omdat het dialect ons dagelijkse leven beter uitdrukt. Het bezit een schoonheid die niet onderdoet voor het Modern Standaard Arabisch. Dat heb ik geprobeerd weer te geven in mijn poëzie.
Na het uitbreken van de Syrische revolutie is er bij ons ook een veelbelovende groep dichters ontstaan die net als ik het Syrische dialect gebruikt.”
U groeide op in Raqqa en u woonde ook in Damascus. Welke rol speelden deze twee steden in uw ontwikkeling?
Iemands geboorteplaats drukt een blijvende stempel op zijn leven. Ik beschouw mijzelf als een gelukhebber, omdat ik ben geboren in de stad Raqqa aan de Eufraat, waar in historische zin een groot aantal beschavingen samenkomt. Mijn leven daar maakte het mij mogelijk om in die eenvoudige omgeving, die bedoeïenen, Koerden, christelijke Syriërs en Assyriërs samenbracht, een rijke verzameling aan verhalen te bestuderen. Ik luisterde vaak aandachtig en met liefde naar de verhalen die mijn grootvader mij vertelde, aan een stuk door; over hoe hij als schaapsherder rondzwierf over de zandvlaktes van het Syrische schiereiland en de steppen van de Sham-woestijn. Mijn grootmoeder maakte gesproken, Syrische poëzie in het dialect van de mensen van de Eufraat. Die omgeving was dus uiteraard een zeer vruchtbare voedingsbodem voor mij en ik heb die gebruikt en verder ontwikkeld tot een boek. Damascus heeft mij ook zonder twijfel veel gegeven op persoonlijk en professioneel niveau.”
Hoe hebben de gebeurtenissen in Syrië uw schrijven van televisieseries beïnvloed?
“Ik denk dat de Syrische filmindustrie ontzettend beïnvloed is door wat er aan de hand is in Syrië. Voor de Syrische revolutie was die industrie van televisieseries stabiel. Toen het merendeel van de werknemers van de filmindustrie naar het buitenland vertrok, of dat nu schrijvers, regisseurs of acteurs waren, leidde dat tot grote onrust en een afname van Syrische televisieseries. De industrie van televisieseries heeft behoefte aan een stabiele omgeving en een rustig, veilig land, met name doordat je er niet alleen – zoals met poëzie – maar in een groep aan werkt. Er waren bijvoorbeeld veel problemen met de serie Urkidiya die ik heb geschreven, en die vijf miljoen Amerikaanse dollar kostte. Toen Urkidiya werd gefilmd in Roemenië en Tunesië, was een van de grootste problemen dat ik ver van de regisseur vandaan was en hij ver van de acteurs.”
“Syrisch drama is ook groot onrecht aangedaan, omdat de televisiezenders geen Syrische televisieseries wilden produceren of uitzenden die gingen over wat er aan de hand is in Syrië. Ik moest daarom Urkidiya schrijven als een serie die gebaseerd was op een historisch verzinsel om zo hedendaagse vragen te kunnen stellen. We begonnen ons dus te richten op een soort series die als het ware over algemene liefdesverhalen en historische verzinsels gingen. Als ik had kunnen kiezen, had ik series geschreven die over de hedendaagse situatie in Syrië gingen. Mensen kennen mij verreweg het best van al die televisieseries, omdat ze door miljoenen mensen worden bekeken. En het bereik van theater is stukken minder. Toch wil ik nu twee theaterstukken schrijven, juist over die hedendaagse Syrische realiteit.”
Vertaald door: Sam Assenberg
Fotografie: Mohammad Kafina
Adnan Alaoda is dichter en schrijver van Syrisch drama.
Hij is bekend van zijn twee dichtbundels,
Sukran al-Majanin (Dronkenschap van Gekken)
en Ana Huri (Ik ben Sprookjesachtig),
en van zijn televisieseries Finjan al-Dam (Bloedbeker),
Abwab al-Ghaym (Deuren van de Wolken),Tawq(Verlangen),
Hadath fi-Dimashq (Gebeurde in Damascus) en Urkidiya.
Voor het theater schreef hij onder meer Zabeeb,
al-Mirwada wa al-Madhala (de Eyeliner en de Wals)
alsook Khayl Tayha (Verloren Paarden),
waarvoor hij op het zevende Arabische Theaterfestival
in Marokko in 2015 de prijs voor het beste Arabische theaterstuk won.
Veel van zijn lofdichten zijn op muziek gezet en worden vertolkt
door bekende Arabische zangers en zangeressen –
sommige zijn razend populair, zoals Biya’at al-Zanbaq (De Lelieverkoopster),
Qalbi aleyna (Mijn hart is bezorgd om ons),
en Shibakek Matfi (Het licht in je venster is uit).
Alaoda is de eerste gast-auteur die een jaar lang woont en werkt
in Belvédères Gastenverblijf, op de vierde verdieping
in het Verhalenhuis in Rotterdam.
Over de auteur
Over de auteur
Mohammad Kafina
Als gevluchte journalist probeer ik de kloof tussen werelden te overbruggen en mensen te verbinden. Dat doe ik via het zoeken naar en het schrijven van menselijke verhalen. In 2014 belandde ik in Nederland. Sindsdien ben ik bezig initiatieven te ontplooien om Nederlanders en vluchtelingen samen te brengen.