Leven zonder spiegel
26 januari 2023
door Reza Sardari en
De Iraans-Nederlandse journalist Reza Sardari tekende de verhalen op van (voormalige) politieke gevangenen in Iran en hun familieleden. Op RFG Magazine publiceert hij vijf van deze persoonlijke verhalen, zonder de identiteit van de geportretteerden prijs te geven. Want het gevaar dat zij lopen, is herkenbaar voor elke Iraniër.
In dit eerste verhaal vertelt Roxana over haar moeder, die in Iran een lange gevangenisstraf uitzit omdat ze zich had ingezet voor gelijke rechten voor mannen en vrouwen. ‘Dit is de ergste situatie die een mens kan overkomen.’
Roxana woont samen met haar moeder Nastaran al lang in Duitsland. Het gezin emigreerde in 1982 vanuit Iran naar Europa na het overlijden van Roxanes vader. Haar moeder studeerde in de jaren zeventig architectuur in Italië; ze was lid van de Confederatie van Linkse Studenten die tegen de sjah waren. Roxana is het niet altijd eens met de opvattingen van haar moeder, maar ze is trots op haar activiteiten. Een groot deel van Nastarans leven is gewijd aan vrouwenrechten en het nastreven van hun rechten over de hele wereld.
Arrestatie
De afgelopen zestien jaar vergezelde Roxana haar moeder vaak op haar reizen naar Iran. Maar de laatste keer ging Nastaran alleen. Het duurde niet lang voordat Roxana hoorde dat haar moeder, die een dubbele nationaliteit heeft, in Iran was gearresteerd. Nastaran zette zich ook in Iran in voor gelijke kansen van mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt. Volgens de Iraanse regering was dat illegaal. Nastaran werd beschuldigd van het vormen van een illegale vereniging (in Iran moet je toestemming hebben van de geheime dienst als je een vereniging wil oprichten).
Niemand wist de eerste dagen na de arrestatie iets van Nastaran. Dat wil zeggen, niemand wist precies wat er aan de hand was. Roxana belde haar moeder meerdere keren, maar ze nam de telefoon niet op. Tenslotte vroeg ze haar oom om naar het appartement in Teheran te gaan dat haar moeder na haar emigratie had gekocht als investering en als logeeradres, om te kijken wat er aan de hand was. Toen haar oom dat deed, ontdekte hij dat Nastaran er niet was en dat alle bezittingen waren doorzocht. Buren vertelden dat Nastaran was meegenomen door veiligheidstroepen.
Eenzame opsluiting
Nastaran bracht 115 dagen door in eenzame opsluiting. Ze werd voortdurend ondervraagd, in zo’n 80 sessies die samen 1.000 uur duurden. Pas na zeven maanden kon ze haar broers ontmoeten tijdens de eerste rechtszitting. De ondervrager, de rechter en de aanklager ontkenden dat ze het bevel hadden gegeven voor de eenzame opsluiting.
Nadat Nastaran met hulp van aardige celgenoten naar de openbare sectie van de gevangenis was overgebracht, kon ze haar dochter bellen. Ze vertelde over de verschrikkelijke situatie die ze in eenzame opsluiting had ervaren. ‘Mijn hele lichaam doet pijn. Mijn haar valt uit. Vitaminetekort en te weinig frisse lucht hebben me ziek gemaakt. Ik had geen kussen om mijn hoofd op te laten rusten, geen bed om op te liggen. Ik vreesde elk moment dat ze me gingen vermoorden.’
Toen Nastaran hoorde dat haar zaak was gelekt naar de media, vroeg ze Roxana om de media ook over de andere gevangenen te informeren. In de sectie waar Nastaran zich bevond zaten op dat moment nog tientallen andere onschuldige vrouwen.
Geen contact
Nastaran, die al voor haar gevangenschap last had van een hoge bloeddruk, kreeg ook diabetes in de gevangenis. Gevangenisfunctionarissen weigerden aanvankelijk om haar medicatie te geven, totdat Roxana dit dankzij bemiddeling van de Duitse ambassade kon afdwingen. Door de overplaatsing verbeterde de toestand van Nastaran licht, maar na een maand kreeg Roxana plotseling geen contact meer met haar moeder. Via haar moeders celgenoten probeerde Roxana informatie te krijgen. Ze hoorde dat Nastaran was opgehaald voor een afspraak met een arts van de gevangenis. Al snel bleek dat ze was teruggeplaatst in eenzame opsluiting in sectie ‘2 Alef’, waar ze 39 dagen zou verblijven.
Naderhand vertelde Nastaran haar dochter over de onderdrukking in de gevangenis. ‘Als je wordt overgeplaatst naar de openbare sectie, denk je dat je het ergste achter de rug hebt, maar plotseling komen ze naar je toe en brengen je naar de isoleercel terug.’
Vechtlust
Nadat Roxana een moment naar muziek heeft geluisterd en zich heeft ondergedompeld in de gebeurtenissen, opent ze haar ogen. Ze tekent op een papier een klok naast een wijnglas. In haar hoofd voert ze een gesprek met haar moeder, zich alle gebeurtenissen weer voor de geest halend. ‘Mama, in die tijd begreep ik de betekenis van ondervraging en eenzame opsluiting helemaal niet. Ik moest dit allemaal leren. Je zat in sectie 2 Alef en ze ondervroegen je van de nacht tot de ochtend. Ik leerde pas later dat 2 Alef de sectie is van de Evin-gevangenis waar de Revolutionaire Garde politieke gevangen vastzet die verdacht worden van banden met het buitenland.’
‘Ze sloten je op en ondervroegen je alleen vanwege je principes. Omdat je links bent en een marxist. Ik was erg bang dat ze je zouden vermoorden. Ik dacht terug aan 1988, toen duizenden, met name linkse, gevangenen zijn vermoord in massa-executies op bevel van ayatollah Khomeini. Nadat je me vertelde over de beschuldigingen, kalmeerde ik een beetje omdat ze niet van plan waren om je te vermoorden. Je zei: “Maak je geen zorgen, mijn dochter, alleen mijn lichaam bevindt zich in de gevangenis, maar mijn geest en ziel vliegen erboven.” Mama, je bent nooit je vechtlust verloren. Maar oom is bezorgd dat ze je weer terug zullen sturen naar de eenzame opsluiting. Er is een jaar verstreken en je zit nog steeds in de gevangenis. Iedereen daar houdt van jou. Ze zeggen dat de openbare sectie lichter is geworden sinds Nastaran er kwam.”
Trots
Wat Roxana het meest dwarszit in de situatie van haar moeder, is het ontbreken van spiegels in eenzame opsluiting. Ze vraagt zich af waarom het gevangenisregime geen spiegels toelaat. Maar ze besluit die vraag niet meer te stellen. ‘Zij gaan dood en jij blijft. Dat weet ik zeker. Maar ik voel me heel slecht als ik eventjes gelukkig ben, want jij zit in de gevangenis met zoveel leed. Dit is de ergste situatie die een mens kan overkomen.’
Als Roxana denkt aan het criminele karakter van de Iraanse gevangenisbeambten en het Iraanse regime, is ze soms bang. Misschien willen ze haar ook wel ontvoeren en naar Iran brengen, gaat dan door haar heen. Maar als ze vervolgens denkt aan de moed van haar moeder en andere politieke gevangenen in Iran, weet ze haar angst te overwinnen.
Roxana wil niet dat mensen medelijden met haar hebben. Dankzij Amnesty International en publicaties in de media hebben veel mensen over Nastaran gehoord. Roxana is trots op haar moeder.
Over dit artikel
Het vergt moed om je te verzetten tegen de machtige ayatollah’s die Iran leiden. Een enkeltje naar de gevangenis is zo geboekt, waar martelingen en eenzame opsluiting de ongelukkige politieke activisten wachten. Toch gaan activisten in Iran door met hun demonstraties voor Mahsa Amini (of Jina, haar Koerdische naam). Het verhaal van Amini is bekend: ze stierf in het detentiecentrum van de zedenpolitie in Teheran. Ze zou haar hoofddoek niet goed gedragen hebben, en enkele knopen van haar kleding zouden opengestaan hebben. Ze zou een natuurlijke dood gestorven zijn, aldus de autoriteiten, maar uit uitgelekte beelden blijkt dat haar schedel gebroken is en dat ze dus (vermoedelijk) doodgeslagen is.
Na de begrafenisceremonie begonnen de protesten in Mahsa’s geboorteplaats in Saqez, in het noordwesten van Iran. Van daaruit verspreidden demonstraties zich razendsnel over het hele land. Iraniërs in binnen- en buitenland protesteerden en masse onder het motto ‘Vrouwen, leven, vrijheid’. Voor gelijke rechten voor mannen en vrouwen, tegen het verplicht dragen van een hijab, voor het recht van vrouwen om sportstadions te betreden. Helaas geeft de Islamitische Republiek geen gehoor. Demonstranten worden hardhandig aangepakt en vastgezet.
Het doet de Iraanse journalist Reza Sardari denken aan zijn eigen ervaringen. Hij had bijdragen geleverd aan kritische websites, maar wist aan de gevangenis te ontkomen door in 2012 te vluchten naar Nederland. Sardari schreef eerder al een boek over de politieke ontwikkelingen in Iran, over de tijd dat de hervormingen van oud-president Khatami werden teruggedraaid. Met het steeds machtiger worden van de Iraanse Revolutionaire Garde veranderde het land langzaamaan in, zoals hij het noemt, een ‘garnizoenstaat’, waarin iedereen die tegenstribbelt achter slot en grendel belandt.
Toen Sardari op Instagram bij toeval op een oude vriend stuitte, schrok hij: van zijn vriend vernam hij dat diens vrouw in de cel zat, vanwege haar politieke inzet. Op dat moment besloot hij zijn volgende boek te wijden aan de moedige activisten uit zijn vaderland. Twintig van hen wist hij te interviewen. Ze strijden voor verschillende idealen – tegen de hijab, voor een seculiere staat of voor de rechten van de Arabische minderheid – maar ze delen één ding: ze zijn opgesloten in beroerde omstandigheden. Alles voor het ideaal. (Peter Wierenga)
Illustratie: Parisa Akbarzadehpoladi
Over de auteur
Over de auteur
Reza Sardari
Reza Sardari (1975, Iran) is opgeleid als jurist. In Iran combineerde hij een baan als juridisch ambtenaar met journalistiek werk als freelance verslaggever. Nadat hij in 2012 naar Nederland vluchtte, vervolgde hij hier zijn activiteiten als journalist en activist. Zijn opdrachtgevers zijn overwegend internationale Farsi-talige media en ngo’s. Zo publiceerde Reza onderzoeksverhalen over het Iraanse politieke systeem en werkte hij als (freelance) projectmanager van een project rondom rechten voor Iraanse gedetineerden. Ook was hij als trajectbegeleider betrokken bij verschillende projecten van de Rotterdamse stichting Me & Society rondom culturele diversiteit. Reza wil zich graag verder ontwikkelen als (onderzoek)journalist voor Nederlandse media.