Asielindustrie
5 februari 2019
door Firoozeh Farjadnia en
De asielindustrie is een industrie als alle andere. Er zijn werkgevers, werknemers en grondstoffen. Net als in andere industrieën, draait ook in de asielindustrie alles om winst op productie. Maar wat produceert de Nederlandse asielindustrie eigenlijk?
Albert is ook een product van de Nederlandse asielindustrie. Helaas kwam voor hem het akkoord over het kinderpardon twintig jaar te laat. Albert is geen kind meer. Hij is al jaren geleden uit de asielindustrie gezet. Maar al is hij uitgeprocedeerd, hij loopt nog steeds rond op Nederlandse bodem. Albert haat alle anderen die hier legaal mogen blijven terwijl hij een ongewenste vreemdeling is. Hij haat mensen die uit oorlogsgebieden komen en ook mensen die uit Afrika komen. ‘Ze zeggen dat ik niet racistisch moet praten. Ze hebben mij naar een gekkenhuis gebracht. Ze denken dat ik gek ben. Dat ben ik niet. Ik zeg de waarheid. Zíj maken Nederland kapot. Die mensen, moslims en Afrikanen, die moeten terug. Ik niet. Ik ga niet terug naar Armenië. Ik heb daar niemand. Hier kent iedereen mij. Ik ben beroemd hier. De politie kent mij, de mensen op straat, ik ben zo beroemd als een Hollywoodartiest.’
Albert de Hollywoodartiest, een product van de Nederlandse asielindustrie, loopt soepel door de gangen van de bibliotheek. Hij begroet iedereen en vraagt aan het bibliotheekpersoneel of hij klusjes mag doen. Dat mag niet, want Albert bestaat officieel niet. ‘Kijk, ik rook niet en ik drink niet. Ik maak niks kapot. Ik ben net zo netjes als Nederlanders. Ik drink alleen mijn Russische jam.’ Albert haalt een pot Russische jam uit zijn tas, schept de helft ervan in een mok, giet hierop heet water en drinkt het mengsel al roerend op. ‘Ze willen mij terugsturen naar Armenië. Maar ik ben niet Armeens. Ik ben Russisch. Een kapotte Rus, maar Russisch. Ik heb hier alles verloren, alles… Ik heb geen kinderen, geen vrouw, geen studie, geen werk.’
Albert kreeg nooit de kans om te werken of te studeren. Hij had zelfs nooit een huis en ik denk niet dat hij dit ooit zal krijgen. Albert de Hollywoodartiest zal waarschijnlijk voorgoed over Nederlandse bodem zwerven, zonder papieren en zonder hoop.
De asielindustrie probeert net als alle andere industrieën zo min mogelijk verlies maken. Om dat te realiseren moeten ze af en toe keiharde beslissingen nemen, bijvoorbeeld om grondstoffen terug te sturen naar het land van herkomst. Zoals de familie Grigoriyan, een Armeens gezin met drie kinderen. Zij zijn op maandag 21 januari, om 14:00 uur het land uitgezet, een dag voor het akkoord over het kinderpardon. Ondanks dat zij al negen jaar in Nederland woonden, aan alle procedures meewerkten en hun drie kinderen hier zijn geboren en getogen. De Grigoriyans hebben botte pech. Tot op het laatste moment hoopten ze tevergeefs op opschorting van de uitzetting.
De familie kan het kinderpardon niet vieren. De drie kinderen van de familie zullen niet met in het kamp gemaakte koekjes op school trakteren. Ze hebben nooit een nacht op Nederlandse bodem geslapen zonder angst om uitgezet te worden. Ze moeten, met al hun herinneringen aan de Nederlandse asielzoekerscentra, een nieuw begin te maken in een land waar ze niks van weten.
Wat droeg de Nederlands asielindustrie bij aan de opvoeding van deze kinderen? Wat maakten ze afgelopen negen jaar mee? Hoe zullen ze zich Nederland herinneren? Laten we hopen dat ze geen haat koesteren naar kinderen die wel hier mogen blijven. Laten we hopen dat ze niet stiekem zichzelf andere ouders toewensen. Ouders die gezellig in hun eengezinswoning zitten en niet hoeven te denken of ze morgen daar weer wakker worden of niet.
Hadden ze zich misschien gewenst dat het herkomstland van hun ouders, dat ze toch niet kennen, in een oorlog net zo vernietigd was als Syrië, zodat ze ook hier zouden kunnen blijven? Wat is de bagage van negen jaar rondhobbelen in de asielindustrie? Daar waar ze keihard te horen kregen dat ze teveel waren. Dat ze ongewenst waren. Dat ze voor overlast en criminaliteit zorgden.
Wat voor mensen ze later ook worden, één ding is zeker: de sporen van negen jaar wachten, vrezen en hopen, zullen de rode draad zijn in de rest van hun leven.
Over de auteur
Over de auteur
Firoozeh Farjadnia
Firoozeh Farjadnia groeide op in Kermanshah, een plaats in het Koerdische deel van Iran. In 1995 vluchtte ze op 25-jarige leeftijd naar Nederland, waar ze een opleiding Bouwkunde volgde.
Firoozeh schrijft romans, korte verhalen en columns. In 2014 debuteerde ze met de roman Postvogel (uitgeverij Jurgen Maas). In mei 2017 verscheen haar tweede roman in het Farsi.
Ze werkt momenteel aan een korte verhalenbundel en aan haar derde roman.