Jemen: politieke uitsluiting zuiden leidt tot voortduren oorlogssituatie
11 april 2018
door Saeed Al-Gariri en
Meer RFG? Doneer via Blendle!
Onlangs stelde de oorlogsjournalist Lennart Hofman de vraag: ‘Waar komen de problemen in Jemen vandaan?‘. “Vredesonderhandelingen mislukken keer op keer”, schreef hij, “en een oplossing voor de problemen raakt steeds verder uit zicht. Geen van de strijdende partijen is in staat een overwinning op het slagveld te behalen, laat staan de verschillende fracties bijeen te brengen om vrede te bewerkstelligen.”
Hoe heeft dit kunnen gebeuren? vroeg Hofman zich af. Hoe kan aan de ellende een halt worden toegeroepen?”
Ook ik stel mezelf deze vragen. Maar ik kijk er toch een beetje anders tegenaan. Eigenlijk kan je de culturele verschil tussen ‘zuid’ en ‘noord’ als de hoofdkwestie in de republiek Jemen niet negeren. Om precies te zijn: de schijnbare eenheid was een politieke zonde tegen de feiten van de geschiedenis en de logica van de werkelijkheid.
De tweedeling die aanving in de oorlog van zomer 1994, met de bezetting van het zuiden door het noorden, was daarom een logische ontwikkeling. Na afloop van deze oorlog ondersteunde de wereld de nieuwe situatie en daarmee het bewind van Ali Abdulla Saleh.
Zuiden buitenspel gezet
Dat de wereld de oorzaken van het conflict baseerde op de tweedeling in noord en zuid leidde mijns inziens tot desastreuze resultaten. Het zuiden – een onafhankelijke staat tot mei 1990 – werd buiten het politieke spel geplaatst. Het ging niet om territoriale verschillen tussen noord of zuid. Het ging om de rijkdommen van het zuiden: aardolie, aardgas, vis. Saleh had zich gedragen als een grootgrondbezitter en hij vergaarde meer dan zestig miljard dollar. Eigenlijk was hij een internationale dief en een oorlogsmisdadiger, die het zuidelijke volk zijn rechten en krachten ontnam.
Desondanks scheepte Saleh het zuiden in zijn politieke manifesten en persberichten op met het politieke stigma ‘separatistisch’. Saleh maakte de Jemenitische eenheid tot een ideologie, onder de loze kreet ‘De eenheid of de dood’. Het noorden vond nieuwe levensdrang in dit motto, maar het betekende genocide voor het zuiden.
Een wrange paradox. Kijkend naar de kaart zie je de omvang van het politieke drama. De oppervlakte van het zuiden (de Democratische Volksrepubliek Jemen) omvatte 332.970 km² in 1990, terwijl in datzelfde jaar de oppervlakte van het noorden (de Jemenitische Arabische Republiek) 195.000 km² bedroeg. Wat betekent dit? Dat het zuiden zeker geen opstandige provincie was, maar een soevereine staat.
Het zuiden staat alleen in de wereld
Saleh kon volharden in deze stellingname, zolang hij zich gesteund wist door de rest van de wereld en door de partijen, de stammen en de meeste plaatselijke bevolkingen in het noorden. Vanaf 7 juli 1994 tot 2015 stond het zuiden alleen. Saleh nam sommige zuidelijke huurlingen op in zijn politieke dienst, zoals de huidige president Hadi en minister-president Bin Dager. Deze samenwerking was niet gratis, maar werd door Saleh beloond met topfuncties en bedrijven. In ruil zwegen zij over de slechte situatie in het zuiden of ze legden valse verklaringen af.
In 2012 beging de Gulf Cooperation Council (GCC) een politieke fout, door toe te staan dat Saleh bevoegdheden overdroeg aan Abd Rabbuh Mansur Hadi. De in 1981 opgerichte GCC, of Samenwerkingsraad van Arabische Golfstaten, is een handelsblok van zes Arabische landen in de Arabische Golf. De zes lidstaten: Saoedi-Arabië, Verenigde Arabische Emiraten, Koeweit, Qatar, Oman en Bahrein.
Saleh koos voor Hadi omdat hij wist wat hij aan hem had. Hadi had zich twintig jaar opgehouden in de schaduw van Saleh, als vicepresident zonder bevoegdheden. Daarnaast had Hadi geen enkele militaire macht in het noorden en geen populariteit in het zuiden. Saleh zag Hadi als marionet. De mensen in het zuiden grapten: “Hadi werd president van een land dat niet echt zijn land was.”
Saleh stereotypeerde de Jemenitische mens als hongerig, arm, onwetend en verwend door internationale organisaties. Later kenschetste hij hen achtereenvolgens als bedelaars, afpersers, slachtoffers en uiteindelijk zelfs als terroristen.
Cultureel probleem
Antropologisch bekeken denk ik dat het conflict een cultureel probleem is, gerelateerd aan de geografie. In de loop van de geschiedenis bleek steeds dat de hoog gelegen gebieden de laagvlaktes en de kusten wilden beheersen. Zo is het nu nog steeds: de Houthi’s in Sana’a en het noorden, de Zuidelijke Overgangsraad in Aden en het zuiden. Met aan beide zijden partijen en stammen als aanhangers. Slachtoffers van de oorlogsrampen in het noorden en het zuiden zijn de onschuldige burgers. De nationale dialoog, het partijstelsel, de zogenaamd legitieme Jemenitische regering, de nationale leger: het zijn allemaal leugens.
De Arabische coalitie kan Sana’a niet bevrijden, want Sana’a wil niet samenwerken met de regering van Hadi. De coalitie weet dat Hadi en zijn regering deel uitmaken van de regering van Saleh en zijn partij en van de Islah (Moslimbroeders van Jemen). Toch stelt de coalitie zich ten doel om Hadi en zijn regering terug te krijgen naar Sana’a. Dat is moeilijk te realiseren. Niet alleen de Houthi’s in Sana’a, maar het hele noorden beschuldigen Hadi van vijandigheden in nauwe samenwerking met Saoedi-Arabië en andere landen de Arabische Coalitie.
Evenmin is de Arabische Coalitie in staat om Aden tot hoofdstad van het zuiden én het noorden samen te maken. Deze stad heeft een heel andere politieke agenda, namelijk terugkeer naar de onafhankelijke zuidelijke staat van vroeger.
De problemen van het noorden verschillen van de problemen van het zuiden. In de toekomst zullen zij moeten gaan optreden als twee onafhankelijke staten. Beter dat, dan een oorlog met een open einde.
Onlangs zei Martin Griffiths, de speciale gezant van de VN in Jemen, dat “het onmogelijk is om in Jemen te zijn zonder het grote leed te ervaren dat deze oorlog heeft veroorzaakt. Deze week was geen uitzondering. Dit spoort ons aan om harder te werken aan een politieke oplossing en hoop te geven aan Jemenitische families.”
Laat Griffith een ander geluid horen dan de vorige VN-gezanten Jamal Bin Omar en Ismail Ould Cheikh Ahmed? Of is hij maar een van de vele afgezanten die de VN de één na de andere stuurt? Misschien blijft de vrede dan een onmogelijke opgave, of op zijn hoogst een speelbal tussen de VN en Jemenitische partijen. Het is de vraag wat dan de uitkomst wordt.
Beeld: Ingo Bernhardt CC BY 2.0 (via Wikimedia Commons)
Over de auteur
Over de auteur
Saeed Al-Gariri
Saeed Al-Gariri komt uit Zuid-Jemen. Hij is geboren op 14 oktober 1962 in Hadramaut. Hij promoveerde in de Arabische taal en literatuur aan Al Mustansiriya Universiteit in Irak en werkte dertig jaar aan de Universiteit van Aden en de Universiteit van Hadramaut. Hij was hoofdredacteur van het literaire tijdschrift en het tijdschrift over cultureel erfgoed van de Schrijversunie in Hadramaut. Daarnaast schreef hij in vele Arabische kranten en tijdschriften, meestal over literatuur, cultuur en politiek. Hij heeft ook vijf boeken in het Arabisch uitgegeven. Inmiddels woont hij bijna vier jaar in Nederland.