Mais Katt organiseerde eerste training voor vrouwelijke journalisten na de val van het Assad-regime
21 maart 2025
door Ashraf Sahli en
In Damascus organiseerde de Syrische onderzoeksjournalist Mais Katt afgelopen februari een baanbrekende training voor vrouwelijke journalisten. Het is de eerste workshop van deze soort sinds de val van het Assad-regime – een ontwikkeling die in het nieuwe Syrië als een sprankje hoop wordt gezien. “Dit is de eerste keer dat ik echt voel dat mijn land vrij is.”

In een bescheiden zaaltje in Damascus kwamen afgelopen februari een groep vrouwelijke journalisten bijeen voor een bijzondere ontmoeting. Voor het eerst sinds de val van het Assad-regime konden zij samenkomen om te leren, te delen en vooruit te kijken. De driedaagse training werd geleid door de Syrische onderzoeksjournalist Mais Katt en was onderdeel van Women Won the War, het project dat ze zelf oprichtte.
Met Women Won the War wil Katt vrouwelijke journalisten in conflictgebieden ondersteunen, trainen en begeleiden. De focus ligt op het Midden-Oosten en Noord-Afrika, met als doel verhalen te vertellen vanuit een feministisch perspectief dat recht doet aan menselijke diversiteit. “Voor veel collega’s was het een emotioneel moment, die eerste ontmoeting na de bevrijding,” vertelt Katt via een videoverbinding vanuit Syrië. “Een mix van vreugde en spanning, maar ook groot verdriet.”
Voor Katt had de training een bijzondere lading. Ze gaf eerder les over conflictjournalistiek, maar nooit eerder in haar geboortestad Damascus. “Ik kom uit een familie die altijd in verzet was tegen het Syrische regime. Mijn ouders zijn gevangengezet omwille van de revolutie. Dit is de eerste keer dat ik echt voel dat mijn land vrij is.”

Hoe was het voor Syrische journalisten om elkaar terug te zien?
“Er waren collega’s die zo’n acht tot negen jaar geleden samen afstudeerden, maar elkaar niet durfden te spreken tijdens de revolutie en oorlog vanwege veiligheidsredenen. Sommigen blokkeerden elkaar op sociale media uit angst voor represailles. Als ze even iets wilden bespreken, heften ze de blokkades tijdelijk op. Tijdens de workshop zagen ze elkaar voor het eerst in jaren weer. Dat was een bijzonder weerzien.”
Kunt u meer vertellen over de inhoud van de training?
“De training richtte zich op onderzoeksjournalistiek. Vrouwelijke journalisten in Syrië hebben hier nooit eerder de kans voor gehad, wat wij als een positieve ontwikkeling zien. In totaal waren er vijftien deelnemers en daarnaast hielden we een sessie met vrouwelijke studenten journalistiek van de Universiteit van Damascus. Vertegenwoordigers van het ‘Siraj’-team (Syrian Investigative Reporting for Accountability Journalism richt zich op het trainen van Syrische journalisten in onderzoeksjournalistiek, red.) en Lighthouse Reports (een onafhankelijk Nederlands bureau voor onderzoeksjournalisitiek, red.) woonden de sessies als gasten bij, wat extra dynamiek bracht.”
Welke praktische en logistieke uitdagingen kwam u tegen?
“De internetverbinding in Damascus is belabberd, we hebben alleen 3G. Als we videofragmenten wilden gebruiken, moesten we die vooraf op laptops laden, want een stabiele verbinding is er niet. Ook de stroomvoorziening laat te wensen over: geschikte locaties met elektriciteit zijn schaars. Bovendien blijft reizen door het land gevaarlijk. Vanuit Idlib, Homs of Zuid-Syrië naar Damascus komen is nog altijd een hachelijke onderneming. Buiten de hoofdstad zijn er nauwelijks stabiele plekken voor trainingen. En zelfs in Damascus zelf is het aanbod van fatsoenlijke hotels beperkt.’
Hoe staat het nu met de persvrijheid voor vrouwelijke journalisten in Syrië?
“De situatie voor mannelijke en vrouwelijke journalisten in Syrië is op dit moment gelijkaardig. De nieuwe autoriteit heeft nog geen duidelijke grenzen vastgesteld, maar het is van cruciaal belang dat we de ruimte die we nu hebben ten volle benutten en onze verworven vrijheid omarmen. Wat de censuur betreft, is de situatie voorlopig acceptabel. Toch hebben Syrische journalisten – een erfenis van de onderdrukking tijdens het Assad-tijdperk – zichzelf een zekere mate van zelfcensuur opgelegd. Veel journalisten durven nog steeds niet openlijk kritiek te leveren op de nieuwe leiders of misstanden aan de kaak te stellen. Het zal tijd kosten om dit te overwinnen.”
Zijn er nog steeds genderongelijkheden binnen de journalistiek in Syrië?
“Ja, die zijn er zeker. Er zijn bijvoorbeeld geen vrouwen in het nieuwe Ministerie van Informatie of in de Journalistenunie in Damascus. Onlangs vond er een ceremonie plaats ter ere van journalisten die actief waren tijdens de revolutie. In de zaal waren minder dan 20 vrouwen aanwezig, tegenover 350 mannen.”
Is samenwerking mogelijk met journalisten die eerder propaganda verspreidden of ethische grenzen overschreden?
“Als journalist ben ik ervan overtuigd dat ik recht heb op samenwerking met vakgenoten die dezelfde hoge standaarden hanteren als ik. Het is echter niet realistisch om te verwachten dat voormalige voor- en tegenstanders direct zij aan zij kunnen werken; het herstel van vertrouwen vraagt tijd. Ik geloof dat de journalistiek in Syrië zichzelf uiteindelijk zal zuiveren: zij die ooit betrokken waren bij opruiing of ethische misstappen, zullen verdwijnen, terwijl echte professionals met een duidelijk ethisch kompas zullen overblijven.”
Hoe kunnen oorlogsslachtoffers hun verhalen op een betekenisvolle manier verteld worden?
“Elk verhaal moet op zichzelf worden beoordeeld, maar in de onderzoeksjournalistiek ligt onze focus op corruptie en nalatigheid. We streven ernaar onze vinger op de zere plek te leggen en deze problemen grondig aan te pakken. Vrouwenkwesties mogen niet louter als ontroerende verhalen worden verteld; ze verdienen een diepgravend onderzoek, zodat verantwoordelijken van misstanden in beeld komen en er concrete oplossingen worden geformuleerd. Het verbeteren van de journalistieke kwaliteit in Syrië, het Midden-Oosten en Noord-Afrika is in dat opzicht van essentieel belang.”
Is de titel ‘Women Won the War’ actueler dan ooit?
“Toen we met het project begonnen, hadden we nauwelijks verwacht dat het regime daadwerkelijk zou instorten. Toch hebben we onverminderd vertrouwen in de kracht van vrouwen die hun eigen strijd hebben geleverd, zoals de Syrische activiste Razan Zaitouneh – ze nog steeds vermist, maar is een inspiratiebron voor zowel mannen als vrouwen. De revolutie is nog niet voorbij. We zien nu de kans om op vreedzame wijze bij te dragen aan een meer samenhangende samenleving.”
Zijn er al plannen voor nieuwe trainingen in Syrië?
“We hebben plannen, maar kunnen op dit moment nog geen langetermijnstrategie opstellen. De nieuwe regering is nog steeds in opbouw en de wetgeving met betrekking tot de media is daarvoor nog onduidelijk.”
Wie is Mais Katt?
Mais Katt is een onderzoeksjournalist die zich richt op conflictgebieden in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Al meer dan tien jaar volgt ze de Syrische oorlog op de voet en neemt ze deel aan grensoverschrijdende onderzoeksprojecten. Haar verhalen verschijnen in Europese, Amerikaanse en Arabische media en zijn vertaald in meer dan zeven talen.
In 2023 werd ze bekroond met de Jim Hoge Legacy-beurs van het International Center for Journalists (ICFJ) en genomineerd voor de Arab Investigative Reporters (ARIJ) award. Tevens is ze in 2024 genomineerd voor de European Press Prize.
Als ervaren journalistiek trainer leidt Katt programma’s voor honderden journalisten en mediakanalen in Syrië, Jemen, Libië, Tunesië, Afghanistan en andere conflictgebieden, en via RFG Media in Nederland. Ook is ze oprichter en redacteur van Women Who Won the War.