Essay: “Het is genoeg voor mij dat mijn zoon de pijn van de oorlog niet kent”

11 juli 2017

Ik herinner me lang geleden, dat ik geen vluchteling was. Ik was, en vele mensen met mij, woonachtig in eenvoudige huizen, die kleine kamers bevatten en in die kamers hadden wij heel mooie dagen. Wij hadden kleine balkons. Het was allemaal niet zo georganiseerd. En vanaf die balkons keek je naar kleine smalle straatjes. Vanaf het balkon zagen we de zon en de vrede en ademden wij de ochtend in en de liedjes die op straat werden gezongen. En hier begint onze dag.

Bruisende levendigheid

Wij begonnen ’s ochtends met ons eenvoudige leven. Dit huis was ons kleine land. En in dit leven hadden wij niks, behalve dit huis, dat onze tranen opving en ons omarmde met vreugde. Onze ouders hebben hun hele leven besteed aan het bouwen en ons opvoeden in dit huis. En wij hadden onze identiteit in dit huis. Wij woonden samen om de ochtend te ontvangen en met plezier onze avonden te besteden. Wij hielden van elkaar, dansten en zongen met elkaar.

Ik herinner me dat ik kom uit een licht land vol bruisende levendigheid. Een land dat nooit slaapt. En ook uit een land, dat uitgeput is vanwege de corruptie en onrechtvaardigheid. Ik woonde in een land dat alles in zich droeg. Een land vol tegenstrijdigheden. Ik ademde zijn vervuilende lucht in. En ik liep in zijn vermoeide straten en ik zag de armoede en de uitputting op de gezichten van veel mensen. En ondanks alles, was ik er met overtuiging en tevredenheid. En ik dacht dat het mogelijk was om voor de vrijheid te zingen.

Vuur van de vrijheid

Ik voel nu spijt, dat ik voor haar gezongen heb. In heel mijn leven dacht ik de vrijheid te hebben, maar in een dag en nacht vond ik mezelf terug, buiten mijn huis, mijn straat en mijn stad. We hebben foto’s laten hangen op de muren van het huis. De deuren deden we op slot. We hebben alleen de sleutel meegenomen. En wij weten niet op welke dag wij terugkomen. Ik en mijn kleine gezin en buren en vrienden en familie en ons volk, dat zich nu verspreid heeft over de hele wereld. Omdat het vuur van de vrijheid, die wij wilden, ons heeft verbrand.

Ik was gedwongen om ver te gaan en een nieuwe plek te zoeken. Zelfs als het in de Zaatari-woestijn was. We bereisden de continenten en de golven van de zee en liepen door bossen. Wij waren de eerste mensen die in het bos liepen. Alleen gelukkige mensen konden in een vliegtuig vluchten en het was niet belangrijk waar naartoe.

Meedogenloze zee

Wij ontsnapten aan het vuur, dat het verlangen naar vrijheid had aangestoken. De zee was meedogenloos en slokte duizenden mensen op en spuwde kleine kinderen op haar koude stranden. Haar golven waren luider, dan het schreeuwen van de moeders en hun tranen. En ze was sterker, dan de liefdevolle greep van de vaders en hun gebeden. De zee was meedogenloos toen zij hen met slechte reddingsvesten, voor veel geld aangesmeerd door smokkelaars, naar haar bodem trok.

Je was sterker dan een vader die zijn kind en zijn geliefde wilde redden. Je stem, je geluid, je onrechtvaardigheid, je hoge golven onderdrukten de smeekbedes. De geluiden van een nachtmerrie. Herinneren aan gruwelijke verhalen. Ondanks alle bovengenoemde zaken zijn er nog mensen op die stranden wachtend op een rubberbootje, dat hen midden op zee zal laten verdrinken. Er zijn nog meer mensen, wachtend op verre eilanden op een reddingsboot, die hen naar een ander leven zal brengen. En er zijn veel mensen in de netelige bossen met uitgeputte voeten in oude schoenen, vallend en opstaand. Zij zoeken een uitgang uit dit leven.

Vrije aarde

In de vrachtwagens lagen zij in een kleine hoek. Elke adem die van die mensen komt, beweegt de wereld. Ze hadden lucht nodig. De sloten op de deuren van de vrachtwagen waren sterker dan hun handen en ze probeerden de deuren open te trappen. Ze waren aan het schreeuwen: open de deuren. Wij willen niet meer gaan en wij willen niet daar wonen, omdat doodgaan in deze vrachtwagen te pijnlijk is. Wij willen onze voeten strekken en onze handen openen wanneer wij dood gaan. Wij willen diep ademen om afscheid te nemen van het leven.

Wij willen zeggen tegen de mensen die ook willen vluchten in vrachtwagens: het is genoeg om vrije aarde te hebben. Dus kom niet. Wij willen dat de zon het laatste is dat we zien achter de dodelijke duisternis. Ik en mijn zoon en mijn vader en moeder, opa en oma en ons volk zijn uitgeput van de dodelijke routes. Wij zijn gevlucht van de plaag van oorlog om vrijheid.

Passanten van grenzen en nieuwsrubrieken

Wij zoeken een land, dat veilig is. Veiligheid is het mooiste wat je kunt hebben in het leven. Wij wisten dat vreemde mensen ons mooie huis binnen kwamen en dat ze onze foto’s hebben verscheurd en met hun vieze voeten op onze mooie herinneringen hebben gestaan. Misschien is dat nu niet belangrijk. Wij zijn nu op de andere oever van het leven. Wij waren de passanten van grenzen en nieuwsrubrieken. Onze verhalen vinden we terug in muziek en in liedjes.

Nu lachen we, maar in onze harten huilen wij en besluiten wij opnieuw te leven. Het is nu genoeg als ik mijn zoon zie lachen en dat hij gaat leven zoals hij wil en dat hij gaat zingen voor vrijheid als hij wil. Het is genoeg voor mij dat mijn zoon de pijn van de oorlog niet kent. Dat hij de zon ziet en loopt door de regen en de vrijheid inademt. In een land met de naam Nederland.

Beeld: Freedom House (Flickr)

Waardeer dit artikel

Dit artikel lees je gratis. Vind je het artikel en onze inzet de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten blijken door een bijdrage. Zo help je onze journalisten en RFG Media.

Mijn gekozen bedrag: € -